Page 18 - BOEK I
P. 18

Inhoud Boek I
11
De dierenriemgestes en de euritmische differentiëring
van de oergebaren van het spreken 353 11 1 De zes oergebaren van het spreken 353 11 2 De euritmische differentiëring van de zes oergebaren van het
spreken in zes ik-gerichte en zes wereld-gerichte gebaren 356
11 2 1 De zes ik-gerichte en zes wereld-gerichte gebaren hebben
hun oorsprong in de dierenriemgestes 357 11211 ♈«♎ 358 11212 ♉«♏ 359 11213 ♊«♐ 360 11214 ♋«♑ 361 11215 ♌«♒ 362 11216 ♍«♓ 363
11 2 2 De overeenkomst tussen enerzijds de vormkrachten van de dierenriemgestes en anderzijds de zes ik-gerichte en de zes wereld-gerichte oergebaren van het spreken 364
11 3 De oergebaren van het spreken en hun differentiëring beschouwd
aan de hand van twee gedichten 367 11 3 1 Het gedicht ‘Nachtlied van een voetreiziger’ van Goethe 367
11 3 2 Het gedicht ‘Afvaart’ uit ‘Huttens laatste dagen’ van
Conrad Ferdinand Meyer 369 11 4 De werking van de kleuren in de euritmische vertolking
Een beknopte fenomenologie 372
11 4 1 De aard van een samenklank van kleuren staat in verbinding met de aard van het euritmische element dat vanuit deze samenklank
wordt opgebouwd 375 11 4 2 De tweeklank en de drieklank van kleuren in de euritmie 376 11 4 2 1 De tweeklank van kleuren 377
11 4 2 1 1 De stemmingskleuren in de euritmie Vormgeven vanuit
het samenspel tussen twee verschillende kleuren 377 11 4 2 1 2 Een aantal voorbeelden van bewegings- en omgevings- kleuren als leidraad bij de vertolking van stemmingen 378 11 4 2 1 3 Een voorbeeld van snel op elkaar volgende stemmingen
aan de hand van het gedicht ‘Gevonden’ van J W von Goethe 380
11 4 2 2 De drieklank van kleuren 380 11 4 2 2 1 Het vormen van planeetgebaar en klinkergebaar 381
40


































































































   16   17   18   19   20