Page 59 - BOEK SELG.indb
P. 59
Boek 1 ■ Kinderjaren en adolescentie [1861–1879] 1
Ouders – Geboorte – Eerste kindertijd
De ouders van Rudolf Steiner komen beide uit het noordwestelijke deel van de Oostenrijkse deelstaat Neder-Oostenrijk, het zogenaamde ‘Wald- viertel’. Een uitloper van het Böhmerwoud gelegen tussen de Wachau en de
grens van Böhmen en Mähren. Een van de oudste gebieden van Europa met uitgestrekte naaldbossen, bruinachtig gekleurde beekjes en oergesteente in de bodem. In deze afgelegen streek ten noorden van de Donau deed de techniek pas zeer laat zijn intrede. De bevolking leefde in het Horner bek- ken van het Waltviertel al vanaf de 6e eeuw voornamelijk van de landbouw. Later ontstonden kleine weverijen en vlechterijen – met name in het ‘Bandl- kramerland’ – waaruit zich tenslotte een bescheiden textielindustrie ont- wikkelde. Van deze streek kan worden aangetoond dat zij al in 50.000 v. Chr. werd bevolkt. In de loop der tijden leefden er onder andere Kelten, Germa- nen, Longobarden en Slaven. De Oostenrijkse dichter Robert Hamerling, voelde zich levenslang met deze streek verbonden.1 Hij werd geboren in de kleine stad Kirchberg, dichtbij de bron van de rivier Thaya, in het noorde- lijke deel van het Waltviertel. Hamerling schreef over de “van de wereld af- gesloten sfeer” die er tot in het laatste kwart van de 19e eeuw in dit gebied heerste:
1 2
‘Nog in 1867 was het bezoek van een vreemdeling daar een gebeurtenis. Kwam iemand te voet of per wagen over de weide, dan bleven de runde- ren voor de ploeg stilstaan om de nieuwe verschijning met zijwaarts ge- heven koppen aan te staren. Vervolgens deed de boer vergeefs met zijn zweep een aantal zwakke pogingen om hen weer in beweging te krijgen. Maar uiteindelijk deed hij hetzelfde als zijn runderen. De ploeg kwam pas weer in beweging op het moment dat de vreemdeling achter de eerstvol- gende struik of heuvel verdwenen was.’ 2
Ernst Zawischa: Robert Hamerling über ‘die schönste Gegend der Erde’. In: Das Goetheanum, Nr. 12, 1980, pp. 91 e.v.
Geciteerd naar Rudolf Steiner: Selbstzeugnisse. Autobiographische Dokmente. Hrsg.Walter Kugler. Dornach 2007, p. 130.
59