Page 36 - dekker
P. 36

18e eeuw
De extreme koude winter van 1740
De extreem koude winter van 1740 dompelde de West‐Friezen in ellende. De mensen verkochten hun kostbaarheden om aan warme kleding en brandstof te komen.
In januari kwam de temperatuur vrijwel niet boven nul en er viel regelma􏰀g sneeuw. De hele Zuiderzee vroor dan ook dicht.
Er werden overtochten gemaakt, eerst te voet, daarna met paard en arreslede, en ten slo􏰁e durfden duizenden mensen de tocht aan per schaats aan en zorgden voor zeer sfeervolle taferelen.
Op straat en wegen vond men echter veel doodgevroren mensen, chirurgijns hadden het druk met het afzagen van bevroren ledematen.
Koeien en schapen s􏰀erven bij bosjes evenals herten, wilde zwijnen, konijnen en hazen, zelfs vogels vielen dood uit de bomen. Ook de visstand had zwaar te lijden van deze extreem strenge winter. Reizigers in diligences kwamen doodgevroren aan op de plaats van bestemming.
   1400 1500
1600 1700
36
  
























































































   34   35   36   37   38