Page 55 - HAND IN HAND 06
P. 55
PORTRET
‘SOMS WORD IK OP MIJN VINGERS GETIKT DAT IK TE VAAK NAAR
altijd binnen. Het is alleen niet zo dat ik toen opeens Feyenoorder was, zoals je weleens hoort. Ik was al zo opgegroeid met Feyenoord, dat ik
al supporter was voor ik in De Kuip kwam. Maar De Kuip maakte zeker indruk op me!”
Een seizoenkaart zit er echter lange tijd niet in. Als korfballer, waarbij hij zelfs het Nederlands team haalt, moet hij altijd spelen
op zondag. “Daarnaast kon ik vaak op de kaarten van Randstad naar de wedstrijd. Op een gegeven moment heb ik met mijn zoon Rik een seizoenkaart genomen op vak OO. Mensen verklaarden ons voor gek, want het jaar ervoor werden we 10e”, vertelt Groeneveld. “We werden 2e en het was een geweldig jaar met geweldige wedstrijden. Na een paar jaar ben ik er even mee gestopt, omdat ik weer wat meer op de kaarten van Randstad kon gaan.” Als hij in 2020 landelijk directeur wordt, kan hij geen gebruik meer maken van de kaarten. “Rik zat inmiddels op vak X. Hij vroeg nog
of ik bij hem en zijn vrienden wilde staan, maar dat zag ik niet zo zitten. Toen heb ik mijn vrouw Marieke maar lief aangekeken. Zij komt
ook van Zuid en is ook al heel lang Feyenoorder.”
Alex Groeneveld begint in 1996 als intercedent bij Randstad. In plaats
van een sprint naar de top, heeft
hij gekozen voor de geleidelijke
weg, iets waarin hij veel terugziet
bij jeugdspelers van Varkenoord, zoals Quilindschy Hartman en Lutsharel Geertruida. “Ik heb de
tijd genomen voor mijn stappen. Soms zie ik mensen om mij heen die haast hebben en snel stappen willen maken. Daar heb ik overigens ook alleen maar bewondering voor. Ik heb altijd leuk gevonden wat ik deed en ben er daardoor ook goed in geworden en kwam daardoor automatisch in een volgende stap terecht. Ik herken dus wel iets in de spelers die wat langer bij de club blijven, vanuit de jeugd. Andere spelers waarbij ik dat ook zie zijn Dirk Kuijt en Jens Toornstra. Zij zijn als speler stapje voor stapje beter geworden. Dat neem ik ook vaak mee naar de mensen die ik begeleid bij Randstad. Als je de tijd neemt om het je eigen te maken, ontwikkel je je veel meer. Vaak denken mensen dat ze het na een jaar wel kennen. Dan ken je het wel, maar je kan het nog niet. Dat zie je ook bij sommige spelers die echt de tijd nemen, of
in negatieve zin, spelers die veel te vroeg vertrekken vanuit de jeugd.” Als landelijk directeur heb je te maken met collega’s en relaties die voor alle voetbalclubs van het land kunnen zijn. Toch houdt dat Alex Groeneveld niet tegen om Feyenoord in zijn werk te betrekken. “Ik word
nog weleens op mijn vingers getikt dat ik dat misschien iets te vaak doe. Niet iedereen heeft natuurlijk iets met voetbal, dus niet iedereen snapt het. Het is natuurlijk wel een lekkere opener als je weet dat je klant voor Feyenoord is en ze hebben dit weekend gewonnen.
Ik heb natuurlijk ook regelmatig klanten meegenomen op de Randstad-kaarten. Dan maak je
er ook direct een uitje van en dat versterkt de relatie. Zelf ben ik twee keer met klanten naar de ArenA geweest, want daar hebben we
ook kaarten. Een keer kreeg ik de skybox. Dat was in 2011, toen we veel beter waren en het 1-1 werd. Ik was toen regiodirecteur Zuid- West en had daardoor veel klanten in Rotterdam. Ik ben toen met bijna alleen maar Feyenoorders naar de wedstrijd gegaan, terwijl er geen uitsupporters bij mochten zijn. Met Feyenoorders die trip maken in het stadion van de vijand, dat verbindt heel goed.” Zijn clubliefde komt later ook nog van pas als hij met een collega De Kuip binnenhaalt als klant. “Wij waren natuurlijk heel blij toen dat lukte. Op een gegeven moment belde mijn collega me
op. Niet wij, maar Peter mocht het contract in De Kuip tekenen. Peter was mijn leidinggevende en mijn voorganger in mijn huidige functie. Hij is echter ook een fanatieke Ajacied. Mijn collega vond daarom
JANUARI 2024
55
FEYENOORD VERWIJS’