Page 82 - HAND IN HAND 06
P. 82
UIT STAND
Geachte heer Te Kloese, Beste Dennis,
Via deze brief wil ik onze hartelijke dank en waardering aan u en aan de selectie van Feyenoord overbrengen voor de milde geste die ons zondag 14 januari jongstleden ten deel mocht vallen tijdens de wedstrijd Feyenoord-NEC. Het genereuze punt dat uw club ons heeft geschonken was niets meer of minder dan een mirakel. Wij hebben dit cadeau met gepaste dankbaarheid uitgepakt.
Zelden aanschouwden we vanaf
het ereterras in Rotterdam een ongelijkere strijd dan in de eerste helft van Feyenoord-NEC. De krachtsverhoudingen waren dermate scheef dat we gaandeweg dat eerste bedrijf serieus hebben overwogen om de chauffeur van
de spelersbus te instrueren al in
de rust een alternatieve terugtocht naar Nijmegen te kiezen. Niemand zou merken dat we weg zouden
zijn. Bijkomend voordeel bij een eerdere aftocht: we zouden dan geen verantwoording hoeven af te leggen aan onze supporters, die er een handje van hebben om de spelersbus bij elk puntverlies tegen te houden en om verhaal vragen, zodra we de Waalbrug bij Nijmegen passeren.
Het was een wonder dat het zo lang bij 2-0 bleef. Naar ik uit uw woorden begreep, is het niet de eerste keer dat de Feyenoord-spelers uitblinken in het missen van kansen en het
DANKBRIEF
weigeren om een surrealistisch aandoende overmacht om te zetten in een serie goals die recht doet aan de veldverhoudingen. Onze tegengoal net voor rust, ik zeg het eerlijk, zat er niet echt aan te komen. Ook hier past een bedankje. Allereerst aan de, naar ik heb vernomen, nogal hardleerse Igor Paixão, die een onbenullige zet uitdeelde aan een van onze spelers, die stuk voor stuk verbaasd waren in de buurt te zijn van ‘de Rotterdamse zestien’. Ons team was daar de hele eerste helft nog niet geweest. Over hardleersheid gesproken: dank ook aan de zo geroemde verdediging van Feyenoord, die onze kleinste speler laat koppen en in het verlengde daarvan onze Dirkie Proper – even onervaren als druistig – vrij laat inschieten. Tja, standaardsituaties zijn niet helemaal Feyenoords ding, heeft u daarna uitvoerig uitgelegd.
Nochtans had niemand van onze delegatie ook maar een stuiver willen inzetten op een positief vervolg. Ook in de tweede helft leek er geen vuiltje aan de lucht voor uw zo talentvolle team. Tot het moment dat er feitelijk toe leidde dat ik u deze brief schrijf. Graag wil ik – het wordt eentonig
– een bedankje uitdelen aan Justin Bijlow, die volgens u zo vaak punten pakt voor het team, maar nu eens liet zien dat hij ook maar een mens is en hopeloos mistastte bij een schot van Magnus Mattsson, misschien
wel onze beste speler, maar dit
was beslist niet zijn beste schot. Integendeel, zoals u het zo treffend
zei: “Die bal had m’n schoonmoeder met één hand opgeraapt.” Maar ook voorafgaand aan die gelijkmaker mocht ons team vrijelijk combineren, alsof de Feyenoord-spelers nog met hun gedachten in warmer oorden waren dan in de herfstige Kuip.
Neemt niet weg, dat ik dacht, de eer is gered, Feyenoord zal opnieuw een tandje bijzetten en dan verliezen we alsnog, maar we kunnen in ieder geval met opgeheven hoofd de Kuip verlaten. Dank daarom ook aan
uw trainer, die de paar creatieve spelers die individueel voor een ommekeer hadden kunnen zorgen, wisselde voor invallers met evenveel zelfvertrouwen als een kalkoen tijdens een slagersvakcongres.
Dank tot slot aan alle spelers van Feyenoord die begrepen dat ons cadeau er niet zou komen als ze
de bal ‘voor de pot zouden gooien’. Het eindeloze rondspelen van het laatste kwartier in een tempo dat uw eerdergenoemde schoonmoeder op het lijf zou zijn geschreven, was het laatste zetje dat mij deed besluiten deze brief te schrijven.
Nogmaals bedankt, bedankt, bedankt.
Met een sportieve groet, namens het bestuur van N.E.C.,
Marcel Nooitgedacht
TON BRANDS
82
HAND IN HAND