Page 9 - HAND IN HAND 06
P. 9
DSCHY
TekstIlonavanderWerf BeeldYannickVerhoeven
Dat het snel kan gaan in de voetballerij, daar is Quilindschy Hartman hét voorbeeld van. Van bijna verhuurd worden aan Excelsior, naar de Coolsingel als onbetwiste basisspeler. Het is het verhaal van de jongen van de club, die altijd met zijn hart speelt en die nog altijd hongerig is naar meer: meer wedstrijden, meer magische momenten en meer prijzen.
Quilindschy Hartman beschrijft
zijn seizoen van vorig jaar als een onstuitbare sneltrein. Halverwege januari 2024 lijkt de snelheid iets afgenomen te zijn, maar stoppen doet hij zeker niet. Ook dit seizoen is hij onmisbaar in de basis van Feyenoord en zijn uitmuntende spel werd beloond met een plek in het Nederlands elftal. Ook Hartman zelf kan het af en toe
niet geloven hoe zijn carrière in een stroomversnelling terecht is gekomen: “Het had niet mooier kunnen gaan dan zoals het is gegaan. En ook dit seizoen blijf ik mezelf telkens weer ontwikkelen en maak ik stappen, met zelfs mijn debuut in Oranje. Van spanningen
heb ik nooit zoveel last; ik vind het altijd gewoon leuk om te spelen, maar natuurlijk deed het iets met me toen ik daar op het veld stond tegenover een speler als Kylian Mbappé.”
Telefoontje
Hoe zou het leven van Hartman eruit hebben gezien als hij wél was verhuurd
aan Excelsior? Hierover praat hij nog weleens met zijn trainer, Arne Slot. Hoe één telefoontje allesbepalend was voor waar hij nu staat. “Feyenoord
had in de zomer Marcos López en Fredrik Bjørkan aangetrokken voor de linksbackpositie, waardoor de kans
op speeltijd voor mij niet groot leek. Excelsior bood mij de kans om minuten te maken op eredivisieniveau. Ik was
al nagenoeg rond met Excelsior en
zat letterlijk in gesprek met trainer Marinus Dijkhuizen toen Arne Slot belde. Of ik terug kon komen, want hij had het gevoel dat er wél kansen op speeltijd voor mij lagen bij Feyenoord.”
Die glazen bol van Slot was goud waard. Hartman moest even geduld hebben, maar al snel werd hij dé linksback van het kampioenselftal. “Dat het allemaal zo snel zou gaan, had ik nooit kunnen dromen. Aan het begin van dat seizoen kwam ik net terug van een zware knieblessure. Dat was echt een zwarte periode. Voetballen is wat
ik het liefste doe, het is wie ik ben,
en toen ik dat niet meer kon vanwege die blessure... Dat was heel zwaar. Maar die periode heeft mij wel sterker gemaakt. Misschien waardeer ik het nu wel extra dat ik kan voetballen, omdat ik ook weet hoe het is als je dat niet meer kunt.”
Haantjes
Voor Hartman was er maar één droom: profvoetballer worden. Wanneer docenten op school hem adviseerden om misschien wat meer zijn best te doen, antwoordde hij steevast dat
dit niet nodig was. Zijn toekomst lag niet in de schoolbanken, maar op het voetbalveld. Op zijn zevende werd hij gescout door Feyenoord en op zijn achtste maakte hij daadwerkelijk
deel uit van de jeugdopleiding. Dit
was een flinke omschakeling voor de vriendelijke jongen uit Zwijndrecht.
“In Zwijndrecht gaat alles wat gemoedelijker. En daar was ik de
beste speler van het team. Dan kom
je terecht bij allemaal jongens uit Rotterdam-Zuid, die meer haantjes zijn dan mijn teamgenootjes bij Zwijndrecht waren en moest ik aanpoten om bij de betere spelers te horen. Ik had daarom in het begin wat moeite om mijn plek te vinden.”