Page 33 - Hand in Hand - Editie 7
P. 33
ANDRÉ HAZES
In de nieuwste uitgave van Staantribune (editie 58, februari 2025) staat een opmerkelijk verhaal over André Hazes. De in 2004 overleden Amsterdamse volkszanger is min of meer geadopteerd door Ajax, dat zijn nummer ‘Bloed, zweet en tranen’
op wedstrijddagen door de stadionspeakers laat galmen. Maar Hazes had bovenal toch ook een groot Feyenoord-hart.
Van huis uit is André Hazes fan van de Amsterdamse voetbalclub DWS, dat bekendstaat als een arbeidersclub. Aanhangers van DWS zetten zich altijd af tegen het ‘kakineuze’ Ajax, bij Hazes is dit niet anders. DWS gaat op in FC Amsterdam, en deze club houdt in 1982 op te bestaan. Daarna gaat Hazes op zoek naar een andere club om te supporten. Dat wordt Feyenoord.
Broer Joop vertelt in Staantribune dat André aanvankelijk zijn twijfels heeft om naar Feyenoord te gaan. “Als Amsterdammers kunnen we dat niet maken”, vindt hij. Maar eenmaal op de tribune in De Kuip verdwijnt dat gevoel direct. “Feyenoord speelde mannelijk voetbal, stevig. Ajax vergeleek ik meestal met een balletschool. We waren meteen verkocht”, zegt Joop, die samen met zijn zoon nog steeds weleens in De Kuip komt. André wordt in die tijd lid van FSV De Feijenoorder. De vader van Jeannette Floor, de hoofdredacteur van Hand in Hand, werft hem als lid voor de vereniging.
In het artikel wordt ook de diepe vriendschap beschreven tussen Hazes en Willem van Hanegem, die soms nachtenlang samen doorbrengen met gamen, terwijl Willem zich zo nu en dan in moeilijke situaties ook over André ontfermt. Hoewel Hazes later ook wel bij Ajax over de vloer komt, blijkt hij vooral een grote fan van het Nederlandse elftal. Daar moet alles voor wijken.
Eric de Jager:
‘André was ook tegen Ajax’
In: Staantribune 58 106 pagina’s / 9,50 euro www.staantribune.nl/shop
PEENVOGEL
HULDIGING
Waar hoopte ik eigenlijk op? Fietsend over de Coolsingel ging mijn hoofd zoals altijd even richting het stadhuis. De plek waar grote Feyenoord-prijzen gevierd horen te worden. Een prijs, die leek verder weg dan ooit. Het enige wat ik kon bedenken was uiteraard het scenario uit april 1991. Een op papier kansloos Feyenoord dat won in Eindhoven. De bestemming van deze avond.
Nog een paar kilometer fietsen en dan zou ik
bij De Kuip zijn. Het voorjaarszonnetje gaf de
stad een iets minder troosteloze aanblik dan de mistige weken hiervoor hadden gedaan. Ik was op weg naar de enige plek in de stad waar figuurlijk donkere wolken boven hingen. Feyenoord.
Wat bezielde me eigenlijk om een kaartje voor deze uitwedstrijd te kopen. Sinds bijna iedere wedstrijd buiten onze eigen Kuip op een combi uit begon te draaien, besloten mijn vrouw en ik onze diamondcard aan de wilgen te hangen.
Daarvoor waren we iets te veel gehecht aan het vrije leventje als uitsupporter. Met de auto of trein naar de speelstad. Wat eten, wat drinken en een beetje ouwehoeren. Alles behalve het omwisselen op een industrieterrein en een verplichte busrit langs onnoemlijke plaatsen.
Ik heb respect hoor, voor alle jongens en meisjes die om 10.00 uur richting Almere vertrekken om vervolgens te laat aan te komen. Mij niet gezien. Maar ja, vandaag dus wel.
Dwars door filerijdend Nederland met de bus naar Eindhoven. Het deed met denken aan de UEFA Cupwedstrijd in 2002 toen we een escorte over de vluchtstrook kregen. Toen was Feyenoord op weg naar iets moois, dat zat er deze avond nooit in.
Op de terugweg fietste ik in het donker langs het stadhuis. Er brandde nog licht achter een aantal ramen. Er werd zo te zien overgewerkt. Maar aan een draaiboek voor een eventuele huldiging hoefde niemand te werken.
Jeroen Koot
MAART 2025
33