Page 10 - Binnenwerk_OH18.indd
P. 10
Sjorren. Het is een van de weinig overgebleven echte havenberoepen. Eentje in het kaliber mouwen opstropen en aanpoten. Steve
Kot heeft al zeven jaar ervaring met het vastzetten van containers. Zijn carrière zwierf door verschillende baantjes, maar zijn echte thuis vond hij in de haven. Inmiddels is hij meewerkend voorman bij ILS.
Een kleine tien minuten voordat we hebben afgesproken, stuurt Steve een bericht. Hij zit al op het terras van NRC aan de Witte de With, zoals gepland. ‘Zwart vest, kale kop, kan niet missen’, voegt hij eraan toe. Als we aankomen, heeft hij net een verse sinaasappelsap besteld. "Jullie zochten een echte havenarbeider voor dit artikel, toch?" begint hij met een grijns als we gaan zitten. Hij wijst naar zijn kale hoofd en de rijkelijk aanwezige tattoos op zijn gespierde armen. “Type rouwdouwer? Nou, ik voelde me wel aangesproken."
Maar vergis je niet, Steve is meer dan zijn stoere uiterlijk. Hij is het soort gentleman dat deuren opent en dames voor laat gaan. "Wat denk je, zullen we toch maar binnen gaan zitten?" stelt hij voor, terwijl hij een blik werpt op het volle - en zonovergoten - terras. “Dat is misschien fijner voor jou. Binnen kunnen we rustig praten.”
Rouwdouwen
Oké, eerst even voorstellen: Steve Kot. 37 jaar. Geboren
en getogen in Crooswijk en sinds bijna zeven jaar werkzaam bij ILS (International Lashing Systems),
een sjorbedrijf. Voordat hij in de wereld van zware containers en vrachtschepen belandde, had Steve al
een kleurrijke loopbaan achter de rug. Van horeca tot vertegenwoordiger in de sales, zelfs nog een tijdje bij Fox Sports. Het was een trainer van de voetbalclub waar hij speelde, een bekende van zijn huidige baas, die hem op het idee bracht: 'Is de haven niks voor jou, jongen? Lekker hard werken, beetje rouwdouwen.' Steve voelde zich vanaf dag één thuis tussen de reusachtige kranen en brullende scheepsmotoren.
Ja, natuurlijk kende Steve de haven wel. “Maar ik kende
er niemand persoonlijk”, vertelt hij. “Ik had er geen echte connectie mee. Het is immens groot en het groeit elke dag. Maar echt kennis van zaken? Weinig mensen hebben dat. Vreemd eigenlijk...” Hij herinnert zich zijn eerste dag nog goed. Een testdag. Lachend: “We moesten een grote sjorstang optillen. ‘Wat is dit?!’, dacht ik toen wel effe. Het was een groot, zwaar ding - er kwam nog wat techniek
bij kijken ook. Bij mij ging het wel goed, maar er waren jongens die even moesten wennen, en sommigen stopten zelfs na die dag.” Op die dag vertelden ze je wat het werk inhield, maar ook hoe het er onderling aan toegaat: “Het
is allemaal recht voor z’n raap. Grote bek naar elkaar, niemand neemt een blad voor de mond. Maar uiteindelijk doe je het werk samen, als een team door dik en dun. Ik kan gelukkig wel tegen een stootje.” Hij grinnikt als hij over zijn allereerste werkdag vertelt: “Er lag een enorm pak sneeuw.” Demonstratief houdt hij zijn hand een goede tien centimeter boven de tafel. “Dat hoort er ook bij.”
Lekke band
Tijdens die eerste officiële werkdag kreeg een collega
een stang op zijn hoofd, herinnert Steve zich vervolgens. “Die jongen moest in het ziekenhuis worden gehecht.” Het brengt het gesprek meteen op veiligheid. “Natuurlijk is dat een groot onderwerp, veel meer dan vroeger. Er zijn talloze veiligheidsrichtlijnen, alles is aangescherpt, maar je blijft altijd zelf verantwoordelijk. Je werkt vaak op grote hoogte, in weer en wind. Containers zoeven boven je hoofd langs en overal rijden trucks. Je moet constant op jezelf letten, want een ongeluk zit echt in een klein hoekje. We hebben er zelfs een uitdrukking voor: 'Kíjken in die haven.’
Nog even over dat sjorren; hoe zit dat nou precies? “Het is ouderwets zwaar mannenwerk”, begint Steve. Containers moeten zorgvuldig op elkaar gestapeld worden, een klus die moeilijk te automatiseren is, omdat elke lading anders is. Die containers zijn uitgerust met cornerkasten, speciale gaten aan de hoeken waar 'stekkers', ofwel twistlocks, ingedraaid worden om de containers aan elkaar te bevestigen.
‘ALS ROTTERDAMMER IS DIT HET TOFSTE BEROEP!’
Steve: “De containers worden op de schepen geladen.
Aan boord zorgen wij ervoor dat de containers stevig vastgezet worden. Dit doen we door middel van een spanschroef die aan het schip bevestigd is en een sjorstang die we in de container hangen. Vervolgens bevestigen we de sjorstang aan de spanschroef en
zetten deze vast met een stalen pen. Dan staat de boel muurvast.” Met schepen die soms wel dertigduizend containers vervoeren, een oppervlakte van vier à vijf voetbalvelden, zijn de sjorders soms urenlang bezig. “Maar onze mannen werken keihard”, voegt Steve niet zonder trots toe. Hij zegt er liever niet bij dat ze het beste team
10 • ONZE HAVEN