Page 16 - Binnenwerk_OH18.indd
P. 16

Het Quarantaineterrein bij Heijplaat, een verborgen juweel in de Rotterdamse haven, heeft een unieke charme. Al tientallen jaren fungeert dit historische stukje land als broedplaats voor kunstenaars. Maar recente plannen bedreigen
de toekomst van deze creatieve enclave. Louike Duran, beeldend kunstenaar die hier al jaren werkt, strijdt onvermoeibaar voor het behoud van deze culturele oase. "Als wij het niet doen, wie dan wel?”
Bij de ingang van het Quarantaineterrein staat
een bord van BOEi: ‘Restauratie & herbestemming Quarantaineterrein (1933)’. Het geplande hotel dat hier wellicht zal verrijzen, wordt op een foto weergegeven. Hieronder hangt een stuk karton waarop met een zwarte marker achteloos 'grofvuil' en een pijl zijn neergekrabbeld.
We volgen het smalle weggetje naar het gebouw waar Louike Duran (69) ons naartoe wees. Een groepje toeristen met camera’s stapt opzij en steekt vriendelijk de hand op. De omgeving is weelderig groen na een regenperiode,
met prachtig uitzicht op de Nieuwe Maas en het bedrijvige RDM-terrein aan de overkant. Ook vandaag regent
het weer pijpenstelen, en het water blijft liggen op de betonplaten die naar Louikes atelier leiden. Ze werkt in
de isolatiebarak, een van de oorspronkelijke quarantaine- inrichtingen voor zeelieden met gevaarlijke tropische ziekten, die hier echter nooit hebben gezeten.
Louike is druk aan het opruimen. Een groot deel van
de gebouwen op het Quarantaineterrein - waar sinds
1980 een diverse groep van kunstenaars, ontwerpers en ambachtslieden werken en wonen - moet namelijk per
1 juli leeg zijn. Alleen de ziekenbarakken, waaronder de isolatiebarak, blijven als werkplaatsen in gebruik en moeten straks gedeeld worden. Kortom: inkrimpen.
Voor een kunstenaar die hier 44 jaar werkt, is opruimen een klus. "In de loop der jaren verzamel je van alles,” glimlacht Louike terwijl ze ons de hand schudt. "Veel materiaal van Stichting Kunsteiland is bewaard voor hergebruik, maar straks hebben we daar geen ruimte meer voor." Ze wijst naar stapels materialen die ooit bruikbaar leken: verpakkingsmateriaal, verweerde stukken metaal en hout, oude fietsen, bakstenen.
Een rijke geschiedenis
Eerst maar eens een duik in de geschiedenis. Lang geleden waren havensteden verplicht om een quarantaineplek te hebben voor zeelieden met gevaarlijke tropische ziekten. In Rotterdam werd dit de ‘Quarantaine-Inrichting Beneden Heyplaat’. Het terrein, gebouwd tussen 1928 en 1934, omvatte twaalf gebouwen verspreid over zes hectare,
elk met een specifieke functie, zoals een portiershuis, mortuarium, ziekenbarak en badhuis.
Medische vooruitgang maakte de oorspronkelijke functie snel overbodig. Rotterdam groeide en het terrein kwam dichter bij de bebouwde kom te liggen. Besmette schepen werden naar Hoek van Holland verwezen en patiënten per helikopter naar het Havenziekenhuis gebracht.
Het terrein kreeg diverse nieuwe functies: in de jaren
dertig als quarantaine voor Joodse vluchtelingen, tijdens de Tweede Wereldoorlog door de Duitse Kriegsmarine
en na de oorlog voor de behandeling van tyfus- en pokkenpatiënten. Vanaf 1953 dienden de contactbarakken als dependance van het psychiatrisch ziekenhuis Delta. Vanaf 1957 stonden de andere gebouwen vaak leeg,
totdat in 1980 de stichting Beeld & Geluid, opgericht door studenten van de kunstacademie en het conservatorium, toestemming kreeg om het terrein voor culturele doeleinden te gebruiken. Zij mochten hier werken en - middels een gedoogconstructie - wonen. Sindsdien hebben zij zich met hart en ziel ingezet voor de plek.
‘DIT IS HET LAATSTE QUARANTAINE- TERREIN VAN NEDERLAND DAT NIET GESLOOPT IS.’
Bijzaak
Louike kwam hier in 1981 als jonge studente terecht. Ze zat toen nog op de kunstacademie, nu bekend als de Willem de Kooning Academie. Vanuit haar atelier op het Quarantaineterrein studeerde ze af. Enkele jaren later zou ze hier ook komen wonen.
Met een kop koffie in de hand leidt Louike ons rond. De gang door, de keuken in, langs een muur met foto’s van kleinkinderen, tot een deur links die naar een woongedeelte leidt. “Dit is nu nog de huiskamer van mijn partner, Maarten van Gent - hij is ook beeldend kunstenaar.” De kamer staat vol boeken, een box en een crosstrainer. “Vanaf 1 juli wordt dit een werkruimte en gastatelier - alles moet dus leeg. Ik heb zelf sinds 2017 een woning in Zeeland, maar Maarten is nog woningzoekende.”
Een deur verder vinden we Louikes atelier. Ook hier wordt opgeruimd. Straks zal ze haar atelier namelijk delen met haar partner, gezien zijn grote atelier in het ‘badhuis’ leeg moet. “Maarten heeft een muziekstudio en werkruimte nodig, dus we moeten echt inkrimpen.”
16 • ONZE HAVEN








































































   14   15   16   17   18