Page 19 - Binnenwerk_OH18.indd
P. 19

atelier van Maarten van Gent hangt nog een houten maquette van het terrein. “We zijn nu hier,” zegt Louike, wijzend op het ‘badhuis’. “En dit waren de contactbarakken - die zijn helaas al gesloopt.”
Op de muur is een tijdlijn van de geschiedenis van het terrein te zien, naast een vervaagde zwart-witfoto van
een groep lachende jonge mensen. “Dat was de eerste groep,” glimlacht Louike. “Ik kwam even later. Het was een diverse groep creatievelingen, bezig met opleidingen in kunst, dans, muziek... Dankzij de aparte gebouwen konden we al die functies probleemloos naast elkaar uitoefenen. We waren studenten en hadden weinig, maar maakten er samen het beste van.”
‘DEZE PLEK MOET SOWIESO EEN CULTURELE FUNCTIE HOUDEN.’
Ze zwijgt even terwijl we verder lopen over het terrein, langs de oude gebouwen waar je je moeiteloos een prachtig cultureel evenement kunt voorstellen, maar die straks allemaal leeg zullen staan in afwachting van hun herbestemming. “Er zijn hier veel evenementen geweest,” vertelt Louike. “Theater, ballet, opera, exposities - er
zijn hier meerdere films opgenomen. Het terrein ligt afgelegen, biedt alle ruimte én is doordrenkt van historie. We hebben zelf veel geïnvesteerd, bijvoorbeeld in dubbel glas en elektra. Buiten mogen we nu niets meer doen vanwege de monumentale status. Het Havenbedrijf heeft een gedeeltelijke renovatie uitgevoerd, maar nog niet alles is gebeurd. En sinds BOEi het heeft overgenomen, wordt er geen onderhoud gepleegd.” Door stormschade in 2022 zijn er ernstige lekkages ontstaan, vervolgt
ze, vooral in de leegstaande ontsmettingsinrichting. “Maar onze dringende verzoeken om reparatie worden genegeerd.”
In de afgelopen 44 jaar is de Quarantaine-Inrichting uitgegroeid tot een professionele productieplaats voor de culturele sector. En dat moet zo blijven, vindt Louike, aangezien er nog maar weinig van deze plekken over zijn in de stad.
Het gaat om het behoud van de culturele sector van Rotterdam, waar een gigantisch tekort aan atelierruimte heerst, stelt ze. “Zelfs naast een hotel-restaurant kunnen
hier dertig ateliers worden ontwikkeld. De buitenruimte is geschikt voor allerlei kunstprojecten en voorstellingen. Deze plek is niet alleen een toevluchtsoord voor kunstenaars, maar een essentieel onderdeel van de stad zelf. Het verdwijnen van deze ruimte, door er louter commerciële doeleinden aan te verlenen, zou een groot verlies zijn voor de culturele diversiteit en creativiteit van Rotterdam.”
Een aantal mensen is al vertrokken, vertelt Louike
terwijl we teruglopen naar de isolatiebarak. Ze zijn moegestreden.” Ze zucht diep. “Niet gek, want we doen dit nu voor de vijfde keer.” Heeft Louike er zelf wel
eens genoeg van? “Nee, ik bescherm mezelf daarvoor. Opwinden is niet goed voor je gezondheid, en bovendien bereik je meer door rustig en respectvol te blijven.
Wij blijven openstaan voor overleg. Wij kennen de geschiedenis, we zijn er zelf ook onderdeel van. Als we dit nu loslaten, is het gebied verloren.”
Slijpers
Op 1 juli moeten alle ondernemers hun woning en atelier leeg opleveren. Een aantal kunstenaars houdt hun atelier aan, en verwacht een huurcontract hiervoor, conform de afspraken die in 2015 met het Havenbedrijf zijn gemaakt en in het contract zijn vastgelegd.
“De woonfunctie is altijd gedoogd,” zegt Louike, “ter bescherming van de gebouwen. We hebben altijd geweten dat het wonen tijdelijk was. Maar we zouden hier moeten kunnen blijven werken. Niet weggestopt in een hoekje, maar in degelijke ateliers met genoeg ruimte en middelen. Zo is het ook nadrukkelijk afgesproken.”
Op het moment lijkt niets meer zeker, de communicatie met BOEi verloopt problematisch. “Er moet ook gekeken worden naar het karakter van de plek”, vervolgt Louike strijdvaardig. “Door een hotel zou dat kunnen veranderen, met een grote parkeerplaats en straatverlichting in het
nu onverlichte groene gebied.” Ze pauzeert even, haar ogen glijden over de oude gebouwen die zoveel verhalen in zich dragen. Of zo’n hotel hier überhaupt zin heeft, afgelegen van de stad, met de lawaaierige slijpers aan
de overkant en het feit dat er alleen gerenoveerd mag worden en niet bijgebouwd... Ze laat de vraag hangen in de lucht.
“Deze plek moet sowieso een culturele functie houden,” besluit ze vastberaden. “Als dat écht goed geregeld
zou zijn, dan is mijn taak hier afgerond en zie ik mezelf vertrekken.” Ze glimlacht. “Dan kan ik eindelijk weer gaan schilderen.”
ONZE HAVEN • 19












































































   17   18   19   20   21