Page 6 - HAND IN HAND
P. 6
QUINTEN IS HAPPY IN ROTTERDAM
Tekst Fedor Vogel Beeld Yannick Verhoeven
Hij gold, samen met zijn tweelingbroer, als een groot talent in de jeugdopleiding van Feyenoord op Varkenoord. Maar toch stapten zij al jong over naar de concurrent. Sinds vorig seizoen is hij echter terug in Rotterdam: Quinten Timber (22). En nu in het eerste team van Feyenoord waarmee hij vorig seizoen meteen kampioen werd. Dat smaakt naar meer!
Hoe voelt het om terug te zijn bij Feyenoord nadat je in de jeugd van 2008 tot 2014 bij Feyenoord speelde?
“Goed! Ik speel natuurlijk alweer een tijdje hier, maar ben heel goed opgevangen. Ik ben destijds ook met een goed gevoel weggegaan hier. Ik wist dat het een mooie club was, met mooie mensen die hier werken. Dat is nog steeds, al is er wel veel veranderd. Feyenoord is nog steeds een warme club, iedereen leeft heel erg mee. Dat zag
je vorig jaar rond het kampioenschap, en dat zie je nu ook. Dat tekent Feyenoord en dat vind ik erg mooi.”
Samen met je broer ging je naar de jeugdopleiding van Ajax, wat toen tot nogal
wat ophef leidde. Waarom verlieten jullie Varkenoord destijds?
“Dat was destijds een keuze, op gevoel, samen met mijn broertje. Ik wil het er eigenlijk niet meer te veel over hebben, het is verleden tijd. Het heeft mij gemaakt tot wie ik nu ben. En dat is ook de reden waarom ik nu weer hier speel. De cirkel is rond, ik ben blij weer hier te zijn.”
Bij Ajax brak je nooit door en in 2021 tekende je een contract bij FC Utrecht, waar je wel direct aan spelen toekwam en doorbrak. Toen kwam alles er ineens uit?
“Niet per se. Het gebeurt met ups en downs. Bij Ajax had ik een voetblessure, die ik hier ook weer had, trouwens. Daarom ben ik er toen een tijdje uit geweest. Toen moest ik een keuze maken en dat werd FC Utrecht. Daarna kwam ik meteen in het eerste terecht en veroverde een basisplek. Maar ook daar ging het met ups en downs en dat hoort erbij. Dat was eigenlijk ook het geval vorig seizoen hier bij Feyenoord. Veel gespeeld in het begin en daarna twee blessures opgelopen. Niet te voorspellen maar je moet er wel mee omgaan.”