Page 20 - Sprining Sophia magazine
P. 20

 SPRINTING SOPHIA
20
ANTON VAN EGMOND STROOMT OVER VAN ENTHOUSIASME
Yin en Yang in Klassiekerland
Alles aan het familiebedrijf Ton Car ademt liefde en passie voor auto’s uit. Grondlegger Anton van Egmond stroomt over van enthousiasme als hij vertelt over het autobedrijf dat hij ruim veertig jaar geleden samen met zijn vrouw begon. Al snel bleek ook broer Robert te vallen voor de charmes van oogstrelende oldtimers.
Anton: “Na mijn studie petrochemie kwam ik terecht in de voedingsmiddelenindustrie. Vanuit onze gezamenlijke hobby voor klassieke auto’s, begon mijn vrouw een handel in auto-onderdelen. In 1981 nam dat serieuze vormen aan. Intussen is Ton Car veertig jaar verder. Mijn broer Robert, onze beide vrouwen en twee kinderen werken ook in de zaak.”
“Robert en ik zijn als yin en yang. We vullen elkaar naadloos aan. Ik ben de doener, Robert meer de denker. De werkplaats van de klassieke auto’s is mijn terrein; ik sleutel nog elke dag zelf. Op mijn kantoor heb ik nog geen dag gezeten. Robert regelt alles qua moderne auto’s, de commercie en de financiën.”
Transparant
De open eerste verdieping van het immense pand in Berkel en Rodenrijs geeft zicht op alle activiteiten. “Alles wat aan een auto moet gebeuren, doen we
in eigen huis, van plaatwerken tot spuiten, van restauratie tot opbouw. Op de ‘moderne’ afdeling zijn we van oudsher gespecialiseerd in Volvo’s en Bosch Car Service specialist voor elektrische auto’s. Zo’n veertig procent van onze ‘classic klanten’ hebben ook hun moderne auto bij ons in onderhoud.”
De familie Van Egmond vormt het stevige chassis van Ton Car. “Maar we zijn niets zonder onze andere, bijna twintig medewerkers, stuk voor stuk vakspecialisten. Op vrijdagmiddag doen we samen een hapje en drankje in ons eigen café, en een potje biljart. We voelen ons één grote familie.”
“De eerste Nederlandse auto, een Eysink uit 1912, is de oudste auto die wij hebben gerestaureerd”
Vertrouwensband
De open werkplaats is ook kenmerkend voor de transparantie naar klanten. “Ik app, mail of bel, zodat ze precies weten hoe het met de voortgang van hun auto is. Met veel vaste klanten hebben we een vertrouwensband. Gemiddeld zijn we op de afdeling ‘classics’ met zo’n twaalf tot vijftien auto’s bezig. Sommige staan hier drie maanden, andere een jaar. Onze klanten komen uit het hele land, voor onderhoud, restauratie of om de auto rallyklaar te maken. Of om een auto voor hen aan te kopen of te verkopen. Het kan allemaal.”
Eerste Nederlandse auto
Aan klassieke auto’s kleven bijzondere verhalen. “Eysink uit Amersfoort maakte de eerste Nederlandse auto. Hiervan is er maar één bewaard gebleven: een open tweezitter uit 1912. Voor het jubileum van het Amersfoortse cultuurhistorisch museum Flehite heb ik de halve wereld afgebeld om de auto op te sporen. Via een vrachtwagenchauffeur vond ik hem bij toeval in het klederdrachtmuseum in Middelburg. In zes weken tijd hebben wij hem van top tot teen gerestaureerd. Later kwam ik hem weer tegen bij de opening van het Louwman Museum door Prinses Beatrix; haar moeder Koningin Juliana had er ooit nog in gereden.”
Dan de Aston Martin uit 1961. “Die hebben we letterlijk uit een aardappelveld bij Amsterdam getrokken. Er was niks meer van heel. Gezien de kosten, hebben
we er twintig jaar over gedaan om hem – elk jaar
een beetje - als nieuw op te bouwen. Hij is later bij Sotheby’s geveild voor 650 duizend euro.”
















































































   18   19   20   21   22