Page 6 - Editie 2
P. 6
O
LIAM B
‘HET SHIRT VAN FEYENOORD DRAGEN IS ALTIJD EEN ENORME EER’
Tekst Ilona van der Werf Beeld Yannick Verhoeven
Bij Feyenoord gaat het vaak over
de doelmannen, maar de naam van Liam Bossin valt zelden. Deze zomer tekende de Belgisch-Ierse keeper een contract voor twee jaar bij de club, nadat hij eerder een halfjaar was gehuurd van FC Dordrecht. Hij neemt de rol van derde doelman op zich:
een onderschatte, maar belangrijke positie binnen het team. Tijd om kennis te maken met een Feyenoorder die misschien nog niet iedereen kent, maar die zich inmiddels volledig thuis voelt in Rotterdam-Zuid.
Opvallend genoeg begon Bossin zijn voetbalcarrière niet als doelman. “In de jeugd speelde ik eigenlijk altijd als spits. Tot er op een dag een keeper tekort was. We moesten bepalen wie er op doel ging staan en dat deden we met een potje steen-papier-schaar. Tja... dat verloor ik”, lacht hij.
Met frisse tegenzin trok hij de keepershandschoenen aan. Maar tot zijn eigen verbazing voelde hij zich
meteen thuis tussen de palen. “Ik merkte dat ik er gevoel voor had: het spel zien van achteruit, reddingen maken, het team helpen. Vanaf dat moment is het balletje gaan rollen. En maar goed ook, want als spits had ik Feyenoord nooit gehaald.”
Internationale carrière
Zijn profcarrière begon in België, waar Bossin via de jeugdopleidingen van verschillende clubs uiteindelijk bij RSC Anderlecht terechtkwam. Daar zette hij zijn eerste stappen in het betaald voetbal. Daarna volgde een nieuw avontuur: Engeland, waar hij zich aansloot bij Nottingham Forest. Veel speelminuten kreeg hij daar niet, maar de periode bleek wél van grote waarde.
“Het was de eerste keer dat ik helemaal op mezelf stond, ver weg van mijn ouders en vrienden. Alles moest ik zelf regelen en dat was
best wennen”, blikt hij terug. “Op
een dag belde ik mijn moeder via FaceTime, omdat ik niet wist hoe
de wasmachine werkte. Dat klinkt misschien onbenullig, maar juist dát soort dagelijkse dingen laten zien hoe zelfstandig je eigenlijk moet zijn. Daar leer je volwassen van worden en je verantwoordelijkheid te nemen.”
Na zijn avontuur in Engeland brak
een lastige periode aan. Zonder
club, zonder perspectief. Tot Cork
City uit Ierland zich meldde. Daar kreeg Bossin wél de kans om wekelijks onder de lat te staan en zijn kwaliteiten te laten zien. Maar ook dat hoofdstuk kende een eind en opnieuw zat hij zonder club. Twijfels begonnen te knagen: moest hij blijven vechten voor een carrière als keeper of was het tijd om een andere weg in te slaan? “Ik heb altijd geloofd in mezelf en voelde het vuur om als doelman te slagen, maar alles moest wel kloppen”, vertelt hij. “Er was zelfs een moment dat ik dacht: misschien ga ik wel bij mijn vader werken, als politieagent. Het had niet veel gescheeld of dat was mijn toekomst geworden.”
En toen kwam er onverwacht een telefoontje dat alles veranderde. Aan de lijn was Mark Ruijl, die vanuit Feyenoord FC Dordrecht ondersteunde op technisch vlak. “Hij gaf me de kans om terug te keren
in het profvoetbal en dat voelde als een enorme opsteker. Ik dacht: oké, ik ga het nog één keer proberen.” Vanuit Brussel reed hij dagelijks naar Dordrecht. Een flinke tocht, maar elke kilometer was het waard. “Ik vond zo mijn keepersgeluk terug.”

