Page 95 - Gers! editie 32
P. 95

  Gers!
97
“Kalfsballetjes! Lekker, goed mals zeg!” De gastheer heeft de twee stukjes vlees nog niet neergezet of David heeft het vlees gezien, geproefd en gekeurd. Wat wil je ook. Zoon van een slager, kleinzoon van een slager en achterkleinzoon van een slager: “Ik herken een halve koe in een oogopslag.” Als je met David van Linschoten gaat zitten praten over het slagersvak kun je verwachten dat je een geheel verzorgd college voorgeschoteld krijgt. In 2018 nam hij de beslissing om ‘in de zaak’ van zijn vader te gaan. Dat was aanvankelijk helemaal niet de bedoeling. “Ik had van alles en nog wat gedaan voor ik échte interesse kreeg in het slagersvak”, vertelt hij. “Ik wist wel dat ik wilde ondernemen maar of dat nu in de autobranche of in de aannemerswereld zou zijn of de financiële kant op zou gaan daar had ik geen idee van.” Het werd uiteindelijk toch een beroep dichter bij huis. “Waarom neem jij niet gewoon de slagerij van je vader over?”, zei een vriend op een dag. Toen ging er bij David een lampje branden. Ja, waarom eigenlijk niet?
Op een avond, tijdens een hap van zijn karbonade, vertelde hij het. En zijn vader reageerde zoals hij wel van de oude Van Linschoten verwacht had: “Pa keek me even aan en zei: ‘Prima, dan zie ik je maandag.’ Hij is een man van weinig woorden, maar ik ken geen betere slager. Zo perfectionistisch en zo goed is hij in zijn vak. Dat is moeilijk te evenaren maar wel heel erg leuk om te doen. Pa helpt nog steeds in de zaak, maar inmiddels is de slagerij echt van mij. Natuurlijk had ik al wel in de vakanties meegeholpen dus het was niet helemaal nieuw voor me. Ik houd van vlees. De smaaksensatie, de combinatie van geuren, kruiden en het bereiden ervan.”
Vlees klaarmaken op levensgrote barbecues in de buitenlucht is zijn passie en dus ook zijn werk. “Op
school was ik vroeger nooit vooruit te branden”, vertelt David. “Tot ik op de slagersvakschool belandde en ik stukken vlees van koeien uit mijn hoofd moest leren, dat lukte me opeens wel verbazend goed”, lacht David.
Ossenhaas is voor de klant
De wereld van de slagerij is er niet gemakkelijker op geworden sinds zijn overgrootopa er begin 1900 mee startte. “De supermarkten verkopen het vlees natuurlijk heel goedkoop. Het kwaliteitsverschil is echter gigantisch. Wij hebben de expertise en aandacht die nodig is. Ik ken alle boeren waar we mee werken persoonlijk. Ik weet precies wat die beesten eten, waar ze lopen en hoe ze verzorgd worden. Daar krijg je mooie, eerlijke stukken vlees van. Natuurlijk eet ik iedere avond een stuk vlees, maar ik eet ook weleens vis. Ik houd van culinair genieten. Steak, T-Bone, Tomahawk! Behalve Ossenhaas, dat eten wij niet. Ossenhaas is voor de klanten.”
Zelf probeert David een nieuwe vibe aan de slagerij te geven: “Ik wil dat proberen met onder andere originele reclame zoals het Burgerinitiatief.” In verkiezingstijd liet David alle politieke posters namaken en boog ze om tot slogans voor Van Linschoten; hij kreeg er en passant een marketingprijs voor. “Ook maken we een heerlijke Gin Tonic met gerookte sinaasappelstukjes. Maar het meest onderscheiden we ons nog steeds door het verkopen van een fantastisch stuk vlees.”
Of hij het leuk zou vinden als zijn zoon of dochter het vak weer van hem overneemt? “Ja natuurlijk, dat zou ik fantastisch vinden. Maar voorlopig doe ik het nog lekker even zelf. Ik ben pas net begonnen!” Zijn overgrootopa kijkt hem elke dag vanaf een levensgrote zwart-witfoto goedkeurend aan. Alsof hij wil zeggen: ‘Er kunnen nog wel 100 keurslagersjaren bij, jongen!’
‘Prima, dan zie ik je maandag’
FAMILIEBEDRIJF























































































   93   94   95   96   97