Page 59 - Hand in Hand editie 1
P. 59
ONDERNEMER MET EEN FEYENOORD-HART
‘MIJN VADER IS INMIDDELS 82 EN ELKE WEDSTRIJD IN DE KUIP NEEM IK HEM MEE
Hij is vernoemd naar Coen Moulijn. “En ik ben in mei 1970 gemaakt in de trein naar Milaan toen mijn vader en moeder naar de finale van Feyenoord tegen Celtic gingen”, schiet Coen de Jong in de lach. Feyenoorder van vóór zijn geboorte dus. Reden genoeg om zijn bistrobar ’t Leeuwtje in Noorden, in de uiterste noordpunt van Zuid-Holland in rood-wit te steken.
eentje, die van Steven Berghuis, maar die laten we er lekker liggen. Van veel gasten kreeg ik spullen. Schoenen, shirtjes, noem maar op.”
Uiteindelijk kon hij boven zijn bistrobar, waar hij in die tijd ook woonde, een eigen museumpje maken met al die parafernalia. “Helaas brandde de zaak acht jaar geleden volledig af. Daarbij ben ik heel wat bijzondere spullen verloren. Het doet nog steeds zeer, want er zat veel moois bij. Gelukkig heb ik veel nieuw materiaal gekregen. En ik had het een en ander uitgeleend aan het museum in de Kuip, dat is er ook nog.”
Samen met pa
Coen valt even stil als hij terugdenkt aan zijn enorme collectie Feyenoordspullen die verdwenen is. Maar dan recht hij zijn rug. “Ach, weet je. Uiteindelijk zijn dat spullen. Er
zijn vooral veel bijzondere momenten die voor altijd in mijn geheugen gegrift staan. Alleen al afgelopen seizoen, die 0-4 en 6-0. Magisch. Maar ook de kampioenschappen die ik meegemaakt heb, de Europacup. En de tijd dat Van Hanegem trainer was, dat vond ik een bijzondere periode.” Dan gaan zijn ogen glinsteren. Want het allermooiste? “Mijn vader is inmiddels 82 en elke wedstrijd in De Kuip neem ik hem mee. Het is uniek dat ik nog steeds met hem onze liefde voor de club kan delen in het stadion. Ik hoop dat we dit seizoen weer een wat onvergetelijke momenten hebben. Ik ben wat optimistischer geworden na de Johan Cruijffschaal. Als de start goed is en ze komen in een flow, dan zie ik het wel zitten.”
Coen begon de bistrobar 32 jaar geleden, samen met een van zijn twee broers. Die broer verkaste naar Nieuwkoop toen ze daar een café openden, Coen bleef in Noorden,
op het Rotterdams plekje buiten Rotterdam dat zij daar gecreëerd hadden. “Van 010 wodka tot Schmidt Zeevis die elke dag verse vis komt leveren. Alles hier is Rotterdams.”
Dat hij zo’n sterke band met de stad voelt, komt door Feyenoord. Gemaakt in de trein richting die allereerste Europacupzege voor een Nederlandse club, was het onvermijdelijk dat Coen voor de club van Zuid zou zijn. “Mijn vader ging altijd naar De Kuip en nam mijn twee broers en mij altijd mee. We zaten in vak BB toen. In de jaren 80 kapte mijn vader ermee; teveel gedoe dat niks met voetbal te maken had, vond hij.”
Uitwedstrijden
Voor Coen was het geen optie niet meer te gaan. Zijn hart was verpand aan de club en hij moest en zou in het stadion zitten op zondag. Dus ging hij werken bij de groenteboer. “Ik was een jaar of tien en ik werkte bij hem voor mijn seizoenkaart. Ik heb altijd alles gedaan om naar mijn club te kunnen gaan kijken.” Hij glimlacht: “Ik
voetbalde zelf. Toen ik op een leeftijd kwam dat mijn wedstrijden op zondag waren, heb ik ervoor gezorgd dat ik in het derde terechtkwam. Die speelden altijd in de ochtend. Zo kon ik in de middag naar Feyenoord. En ook met mijn eigen bistrobar zorg ik ervoor
dat ik erbij ben. Het is niet altijd makkelijk, maar ik zit altijd in De Kuip. De uitwedstrijden zijn alleen minder geworden: ik ga wel naar Europese uitwedstrijden, maar in eigen land maak ik ongeveer de helft ervan nog maar mee.”
Museum
In de jaren 80 en 90 was het nog veel makkelijker om in contact te komen met de spelers, weet Coen zich te herinneren. “Je had een brasserie
in De Kuip, daar kwamen ze na de wedstrijd. Dus ik kende er wel een flink aantal. Ze kenden mij ook. Ik zat in die tijd in vak A en hing altijd drie spandoeken op van spelers waar ik fan van was. Dat kweekte een band. Gasten als Ferry de Haan en Paul Bosvelt, Patrick Paauwe die nog altijd bij mij in de zaak komt, Pierre van Hooijdonck, Henk Fräser en Gerard Meijer. In de oude Van Zandvlietzaal in De Kuip hadden we een eigen hok waar die doeken lagen. Er ligt er nog
AUGUSTUS 2024
59