Page 20 - Hand in Hand editie 3
P. 20
Niet veel later komt Libero aanlopen met twee grote borden. Eén met
vitello tonnato en een ander vol met bruschetta con pomodori. We hoeven ons uiteindelijk dus niet af te vragen
of we wel of geen voorgerecht nemen, want Libero heeft al voor ons besloten. Als Libero de borden op tafel zet, vraag ik hem hoe het met hem gaat. ‘Kut’
is het overduidelijke, maar met een knipoog bedoelde antwoord, van de altijd charmante Siciliaan. Uiteindelijk gaat Dave voor de bruschetta en is de vitello tonnato voor mij.
Wanneer Dave ook een biertje heeft, toosten we op de nieuwe burgemeester Carola Schouten. Dave: “Op onze nieuwe beste vriendin Carola. Dat zij geen vlekken krijgt van ons, maar dikke vrienden wordt en kan lachen als ze verhuisdozen bij een demonstratie ziet.” En inderdaad: een slechtere verhouding zoals tussen voormalig burgemeester Aboutaleb en Feyenoord en haar supporters, is niet mogelijk. Dat is toch weer een opsteker voor de Feyenoord-familie. Een opsteker voor onze toch wel, op zijn zachtst gezegd, ietwat slechte start van het seizoen.
Jonathan de Guzman
Dave begon te schrijven voor
de Hand in Hand toen hij zesentwintig jaar oud was. Hij richtte zich op spelersinterviews
en achtergrondverhalen in die tijd. Hij herinnert zijn eerste interview nog goed: “Het was met een relatief verlegen jongeman die net zijn debuut in het eerste voor Feyenoord had gemaakt. Hij was toch ook nog heel open. Dat was een heel gezellig interview.” Het was voor Dave de ultieme leerschool om een goed stuk te kunnen schrijven. Hij had wel ervaring met schrijven, maar dat waren heel andere interviews
en ook jaarverlsagen, advertorials, etc. “Als je voor een minister of CEO gaat zitten om deze te interviewen, komen zij wel uit hun woorden, maar op het moment dat je voor een ventje van negentien komt te zitten die heel schuchter, verlegen is en eigenlijk niet verder komt dan wat hij met op mediatraining heeft gehoord, wordt het al snel moeilijker. De uitspraken dat ons stadion mooi is, ons shirt mooi is, dat hij alleen maar aan Feyenoord denkt, zo goed is als zijn laatste
wedstrijd en alleen de aankomende wedstrijd belangrijk is, die kennen we ondertussen wel. Maar ik moet wel vier of vijf pagina’s vullen en dat wordt op die momenten best wel uitdagend om daar een mooi verhaal van te maken. Je moet dan bij zo’n speler op zoek naar wat hem écht raakt en bezig houdt. Een beetje door de media-muur heen breken.’ Er zit wel een verschil tussen de jonkies en de vedetten”, benadrukt Dave: “Kijk, de vedetten die al in het buitenland hebben gespeeld, begrijpen dat als ze met jou spreken een grote doelgroep bereiken. Die nemen zo’n interview serieus en hebben veel verhalen, omdat ze al zoveel hebben meegemaakt.”
Vechtpartijen op het voorplein
De eerste keer naar Feyenoord herinnert Dave zich nog goed. Het
was 1992 en Feyenoord speelde in november waarbij het met 3-4 van MVV verloor. Maar ondanks het verlies, wist hij niet wat hij meemaakte toen hij dat stadion binnenliep. Dave lepelt de spelers uit die tijd op: “De Goeij, Van Gobbel, Fraser, Metgod, Heus, Witschge, Blinker, Taument, Kiprich,
20
HAND IN HAND