Page 46 - Hand in Hand editie 3
P. 46
BOEKEN
PLOETEREN IN ROTTERDAM
Tekst Boudewijn Warbroek
Beeld IMAGO en Peter Groenendijk
Bij Feyenoord is niet alles goud wat er blinkt. Integendeel. Dit keer in deze boekenrubriek aandacht voor een aantal groteske mislukkingen. Zo loopt de Deense spits Lars Elstrup bij onze club bijna gillend de deur uit, en slaagt Ahmed Aboutaleb er in ruim vijftien jaar burgemeester- schap niet in om een normale verstandhouding met Feyenoord op te bouwen.
Lees en huiver. DEPRESSIES
Lars Elstrup is een van de meest spraakmakende voetballers die
bij Feyenoord onder contract heeft gestaan. Niet vanwege zijn kwaliteiten als speler, maar vanwege de psychische problemen waarmee hij worstelt. Zijn twee jaar in Rotterdam ervaart hij als een regelrechte ramp, blijkt uit een recent gepubliceerd boek.
In 1986 gaat Elstrup bij Feyenoord aan de slag. Voor de 23-jarige Deense spits is het zijn eerste buitenlandse avontuur. Hij begint aardig, maar zakt steeds verder weg. Supporters houden hem verantwoordelijk voor de afnemende prestaties en ook van de media en trainer Rinus Israël krijgt hij steeds vaker scherpe kritiek te verduren.
“Ik moet me veilig en vertrouwd voelen, maar dat was bij Feyenoord niet zo”, vertelt Elstrup in het boek ‘The unhappy hero’, dat eerder in het Deens verscheen, maar nu door Pitch Publishing in Engelse vertaling op de markt is gebracht. Elstrup heeft na Feyenoord onder meer bij Luton Town gespeeld, vandaar.
‘Vijandig’
Elstrup heeft moeite met de aanpak van trainer Rinus Israël, die de spelers na weer een verloren wedstrijd fysiek afknijpt en eindeloos laat trainen op het maken van slidings. Als Israël zelf meedoet aan een partijtje, heeft hij er geen moeite mee om zijn eigen spelers met vliegende tackles aan te vallen. Daarnaast zorgen verdediger Sjaak Troost en doelman Joop Hiele volgens Elstrup op de training voor een keihard en soms zelfs ‘vijandig’ klimaat waar de Deense aanvaller totaal niet mee uit de voeten kan. Vanuit Denemarken is hij gewend dat zijn ploeggenoten vaak vrienden zijn, daarom staat de sfeer bij Feyenoord hem steeds meer tegen.
Mentaal gaat Elstrup zwaar gebukt onder alles wat hij om zich heen ziet gebeuren. Hij krijgt faalangst, kampt met depressies, wordt letterlijk bang voor Rinus Israël en keert meer en
meer in zichzelf. “Ik kon niet aan de verwachtingen van anderen voldoen, gaandeweg werd dat een onoplosbaar probleem.” Regi Blinker, destijds een ploeggenoot van Elstrup, is ook voor
het boek geïnterviewd. Hij herkent het geschetste beeld: “Lars zei niet veel. Hij was erg op zichzelf en niet bepaald open. Hij leek een aardige gast, maar het was moeilijk om contact met hem te krijgen.”
Dreigbrief
Met Elstrup gaat het van kwaad tot erger. Op het laatst is hij letterlijk misselijk als hij op weg gaat naar een
training. En eenmaal op het veld, is
hij mentaal totaal afwezig. “Het leek alsof ik in de mist liep.” Het verblijf bij Feyenoord eindigt ronduit dramatisch. In de nacht voor zijn laatste wedstrijd — thuis tegen FC Den Bosch, in mei 1988 — worden de ruiten van zijn woning
in Dordrecht ingegooid. De volgende ochtend ziet hij dat ook de banden van zijn auto zijn lek gestoken en dat er een dreigbrief onder de ruitenwissers zit. Als Lars niet beter gaat spelen, volgen er hardere maatregelen, staat er. Die zomer slaat Elstrup de deur van De Kuip achter zich dicht. Hij gaat terug naar Denemarken.
Achteraf, zegt Elstrup, was Feyenoord niet de oorzaak van de manier waarop zijn periode bij de club is verlopen. Ook Rinus Israël, Sjaak Troost en Joop Hiele hoeven zich niet schuldig te voelen. “Het lag vooral aan mijn persoonlijke problemen”, weet de Deen nu.
Poedelnaakt
Na zijn voetballoopbaan komt Elstrup geregeld op bizarre manieren in het nieuws. Zo sluit hij zich aan bij een religieuze sekte en verandert hij zijn naam. Verschillende keren probeert hij zichzelf van het leven te beroven. In 2016 baart hij wereldwijd opzien door poedelnaakt het veld op te rennen tijdens een wedstrijd in de Deense competitie. En dat als ex-international.
Het boek over Lars Elstrup is, geheel
in lijn met de Britse traditie van sportbiografieën, zeer fraai uitgevoerd: gebonden, voorzien van een harde kaft en met stofomslag. De auteurs, die vooral aandacht willen vragen voor de vaak onmenselijke prestatiedruk waaraan topsporters worden blootgesteld, hebben één hoofdstuk aan Feyenoord gewijd. Zij eindigen positief. Het gaat relatief goed met Elstrup; hij voelt zich nu beter dan destijds in Rotterdam.
46
HAND IN HAND