Page 12 - HAND IN HAND 10
P. 12
PORTRET
LICHT IN DE DUISTERNIS
Tekst Bob van Gilst Beeld Edwin Verheul
Hoop, onlosmakelijk verbonden met bange dagen. Het zijn dagen die Feyenoord meer dan eens kende, maar ook dagen die veel moois opleveren. Hoop kan namelijk belichaamd worden door de meest onwaarschijnlijke personen. Door een Japanse tiener, bijvoorbeeld.
In het seizoen 2010-2011 leek de glorie van weleer niet meer dan
een verre herinnering, vervaagd
door de schaduw van nederlagen en tegenslagen. Donkere wolken pakten zich niet alleen samen boven De Kuip, maar ze deden de duizend lampen teniet, wachtend op nieuwe hoop,
op nieuw licht. Als het licht wordt gezocht in stagespelers als Krisztián Simon en Sergey Khizhnichenko, weet je dat het echt donker is. Toch was het inzetten op vreemdelingen niet zo’n gek idee, zo bleek. De grauwe wolk die om Feyenoord heen hing, was immers niet zichtbaar voor hen die van niets wisten.
Ryo Miyaichi wist van niets. De Japanner werd door Arsenal uit
zijn vaderland gehaald, maar kon
in Engeland nog niet over een werkvergunning beschikken. Een tijdelijke overstap naar Nederland bood uitkomst, al leek nog niet helemaal duidelijk op welk podium Miyaichi zou acteren. Misschien in het eerste van Feyenoord, maar ook Excelsior en de beloften waren niet uitgesloten. Mario Been zag Miyaichi echter fel schijnen, en stelde hem meteen op tegen Vitesse. Zonder angst, zonder schroom en met
volle onbevangenheid maakte de buitenspeler direct indruk. Vrij van het juk dat veel spelers in zijn macht had, vrij van de druk die op de club lag en vrij van de donkere wolken.
‘De bestorming van het Maasgebouw’ was nog niet in het Japans vertaald. Het enige wat men Ryo verteld leek te hebben, was ‘veel plezier op het veld, laat ons lachen’. Dat deed
hij, met zijn directe spel. Op volle snelheid op de tegenstander af, er met een paar scharen langsgaan
en uithalen. Binnendoor, buitenom. Dribbelend met links, dribbelend met rechts. Het was Ryo om het even, hij kon alle kanten op en draaide zijn tegenstanders dol.
In zijn eerste wedstrijd in De Kuip duurt het slechts achttien minuten voordat Ryo zijn eerste doelpunt voor Feyenoord te pakken heeft. Na een voorzet van Diego Biseswar neemt hij de bal met ijzige kalmte aan, om vervolgens zijn tegenstander uit
te kappen en met links de keeper kansloos te laten. Vol zelfvertrouwen
bleef de jongeling de verdedigers opzoeken, wat aanstekelijk werkte op het publiek. ‘Ry-ooo, Ry-ooo, Ry-ooo!’ klonk massaal vanaf de tribunes.
Iets waar de man in kwestie zich niet echt raad mee leek te weten, dus maakte hij volgens Japans gebruik een buiging. Niet een, maar naar elke hoek van het stadion. Dankbaar voor het publiek dat hem omarmde. De belangstelling nam zodanig toe, dat Arsenal besliste dat Ryo niet meer met de pers mocht praten, om zich puur op het voetbal te richten.
Een ware attractie, dat was Ryo bij Feyenoord. Hij bracht het kleine sprankje hoop dat ontvlamde op de tribunes. Hij bracht de lach terug bij Feyenoord, het licht terug in De Kuip. De club nam afstand van de onderste regionen en klom langzamerhand omhoog, na financiële zorgen, een 10-0 nederlaag en vrees voor degra- datievoetbal. Het beste medicijn bleek een bescheiden doch zelfverzekerde Japanner met het voorkomen van een middelbare scholier.
Miyaichi had de wereld aan zijn voeten. Na het halve jaar bij Feyenoord wilde Napoli hem dolgraag binden. Arsenal hield het talent echter in Engeland en verhuurde hem aan achtereenvolgens Bolton Wanderers en Wigan Athletic, maar blessures begonnen de buitenspeler te achtervolgen. Na een verblijf bij FC Twente trok Ryo naar FC St. Pauli in het Duitse Hamburg. Daar verbleef hij vele jaren, alvorens terug te keren naar Japan, bij Yokohama F. Marinos. Zo fel als bij Feyenoord scheen Miyaichi echter nooit meer.
12
HAND IN HAND