Page 27 - Hand in hand editie 9
P. 27

  12E MAN
De 12e man is een fotoserie waarin we supporters op de voorgrond zetten. Elke Feyenoorder heeft een eigen verhaal. We portretteren hen soms in en rond De Kuip tijdens wedstrijddagen maar vooral ook in hun eigen omgeving. Deze keer Mark Lievisse Adriaanse. Hij is journalist bij NRC Handelsblad en schreef ook over Feyenoord-onderwerpen waar nog niet veel over bekend is.
Niet alleen het verleden, maar ook het Feyenoord van nu houdt Mark bezig. Zoals: hoe zit de structuur
van Feyenoord nou in elkaar en waarom wordt de club zo weinig kampioen en hoe dat verbeterd zou kunnen worden. “Vóór de komst van Arne Slot ergerde ik me eraan hoe conservatief Feyenoord was. De club bood vaak weerstand tegen moderne ontwikkelingen in het voetbal en hield vast aan het idee dat Feyenoord vooral harde werkers moest voortbrengen. Maar als je kijkt naar de geschiedenis, waren de succesvolste teams juist de teams die slim, modern en technisch speelden. Trainers zoals Ernst Happel in de jaren 70 en Arne Slot recentelijk waren voorbeelden van modernisering binnen de club.”
“Het probleem bij Feyenoord is dat er vaak sprake is van vriendjespolitiek
en een conservatieve manier van denken. Dat zie je bijvoorbeeld terug
in de manier waarop de opvolging
van Arne Slot is aangepakt. In plaats van een trainer te zoeken die bij de speelstijl past, werd Brian Priske aangesteld, zonder dat duidelijk was waarom hij een goede match zou zijn. Dat soort beslissingen laat zien dat er soms meer wordt gehandeld vanuit persoonlijke voorkeuren dan vanuit een duidelijke strategie.”
“Nu lijkt het erop dat Robin van Persie beter zou kunnen aansluiten op de speelstijl van de afgelopen jaren. Maar er zijn nog steeds veel mensen rondom de club – investeerders, commissarissen – die inhoudelijk willen meepraten, terwijl dat niet altijd goed is voor een moderne voetbalclub. Hopelijk wordt er in de toekomst
meer gekeken naar de lange termijn en wordt Feyenoord niet opnieuw een speelbal van verschillende belangen.”
En of Mark het wel eens mist om
meer over Feyenoord te schrijven? “Soms wel, ik vond het bijvoorbeeld heel jammer om bij het Hand in Hand magazine weg te gaan. Maar de andere onderwerpen waarover ik nu schrijf, zijn ook erg interessant.”
Vroeger zat NRC in hartje Rotterdam, maar tegenwoordig juist in de andere stad: Amsterdam. Of Mark moeite heeft om daar te komen, antwoordt hij: “Nee hoor, ik heb zelf ook een aantal jaar in Amsterdam gewoond, dus het voelt niet vreemd. Maar Rotterdam is een veel leukere en fijnere stad.”
Mark is een oude bekende van het Hand in Hand magazine, want hij schreef er jaren voor, totdat het door zijn werk te druk werd. “Werken
voor de Hand in Hand vond ik erg leuk, je krijgt veel vrijheid over welke Feyenoord-onderwerpen die je wil schrijven. Maar door mijn
werk bij NRC kon ik het er niet meer naast doen. Wel ben ik nog steeds elke thuiswedstrijd in De Kuip en maak ik reisjes naar buitenlandse uitwedstrijden, zoals tegen AC Milan. En dan pak ik soms samen met een groep vrienden de trein in plaats van het vliegtuig. Ook heel leuk!”
Mark heeft een brede interesse in onderwerpen en schrijft bij NRC over van alles en nog wat. “De laatste
tijd heb ik me bijvoorbeeld veel beziggehouden met de Verenigde Staten. Ik volg veel nieuws, lees veel en ben nieuwsgierig naar allerlei ontwikkelingen. Die nieuwsgierigheid is eigenlijk de kern van mijn werk. Het is een soort ventiel waardoor ik vragen probeer te beantwoorden. Dat maakt mijn werk heel leuk. Bovendien heb
ik het geluk dat ik bij een krant werk waar ik ook weer veel vrijheid krijg.”
Toch heeft de NRC-journalist de journalistieke kant van zijn club
niet helemaal losgelaten. Hij doet regelmatig onderzoek naar de geschiedenis van Joodse Feyenoorders rondom de Tweede Wereldoorlog.
In het verleden schreef Mark er
al verschillende artikelen over,
zoals voor de Hand in Hand en het grote Feyenoord XXL boek. Joodse Feyenoorders is een onderwerp dat niet veel aan bod komt. “In Rotterdam wordt de oorlogsgeschiedenis vaak gekoppeld aan het bombardement, maar er is ook een ander tragisch verhaal: zo’n 10.000 Joden uit Rotterdam werden gedeporteerd. Onder hen waren ook Feyenoord- supporters en clubleden. Ik vond het vreemd dat daar nooit onderzoek naar was gedaan en ben er daarom zo’n tien jaar geleden zelf mee begonnen. Later hebben anderen dit onderzoek voortgezet en nog meer mensen en verhalen kunnen achterhalen. Het is belangrijk om deze geschiedenis te vertellen, omdat het laat zien wat voor club Feyenoord was voor de oorlog en hoe die periode de club heeft geraakt.”
“Tijdens mijn onderzoek ben ik
ook in contact gekomen met verre familieleden van enkele Joodse Feyenoorders. Zo ontdekte ik dat in één familie slechts twee mensen de oorlog hebben overleefd: een tante en haar zoontje. Hij verhuisde na de oorlog naar Australië. Ik kon hun nazaten traceren en kreeg via hen een foto
van het gezin. Voor het eerst kon ik de gezichten zien van de vader en de twee zoons. En zij hoorden voor het eerst het verhaal over hun familie, want hun vader had dat nooit echt verteld. Dat was een bijzonder moment.”
MEI 2025
27






































































   25   26   27   28   29