Page 13 - SAMEN 05
P. 13
TEKST EMMA VELDHUIS BEELD LENNAERT RUINEN
Al sinds 2000 werkt Maarten van Abeelen op de afdeling Industriële Veiligheid (IV), die onder
andere adviseert over milieuvergunningen en die aanwijzingen afgeeft van de bedrijfsbrandweer. Dat hij zijn werk nog steeds met plezier doet, heeft alles te maken met het feit dat nieuwe ontwikkelingen zich blijven aandienen. “Je hoeft je hier nooit te vervelen! En daar komt bij: ik vind de haven de mooiste industriële speeltuin van het land.”
De gemiddelde werkdag van Maarten begint met
het bijwerken van zijn inbox. Deze zit vaak vol nieuwsbrieven over de energietransitie. Hij vindt het belangrijker dan ooit om op de hoogte te zijn van de ontwikkelingen in de markt. “Daarin is ons werk wel veranderd. Vroeger wachtten wij tot bedrijven bij ons aanklopten voor een aanvraag. Soms zagen we ze
al tijdens het vooroverleg en was wat ze deden nog relatief geheim. Tegenwoordig vernemen we ook via de media en andere kanalen wat er allemaal gaande is en geven we soms zélf het signaal af aan bedrijven dat ze contact met ons moeten opnemen.”
Daarom bestaat het werk van Maarten tegenwoordig voor een groot deel uit vooruitkijken, wat hij samen doet met collega’s van andere veiligheidsregio’s en
het NIPV. Ook is er veel afstemming met de betrokken ministeries. “We moeten elkaar helpen, want je wil
niet dat ieder voor zich het wiel moet uitvinden.
Vanuit onze regio en voor het land is VRR-collega Willemjan Muysson de kartrekker. Er is een lijst met onderwerpen die met de energietransitie te maken hebben. Soms zijn dat industriële toepassingen, vaak gaat het om toepassingen voor consumenten. Voor
de ontwikkelingen in onze haven en industrie en het werkveld van de afdeling IV heb ik een mindmap opgesteld. Nederland is een energiedoorvoerland. Vanuit onze haven gaat zo’n zes à zeven keer meer energie naar het achterland dan dat we zelf verbruiken. Dat is nu aardgas en aardolie, maar straks zal de energie in een andere vorm door de haven en het land gaan. Dat heeft ook weer gevolgen voor de veiligheid.”
Daarnaast ziet Maarten ook dat de haven en industrie voor veel mensen steeds dichterbij komen, nu gevaarlijke stoffen vaker in de woonomgeving van mensen te vinden zijn. De wetgeving is daar echter nog niet op ingericht. “Rond 2018 begon de energietransitie in Nederland echt op gang te komen. We kregen steeds
meer signalen vanuit het werkveld dat men met van alles bezig was, dus vond ik dat wij er ook iets mee moesten doen. Dit heb ik toen aangekaart, waarna ik er zelf mee aan de slag ben gegaan.”
Waterstofeconomie
Een andere belangrijke taak van Maarten is adviseren over vergunningen. Maarten vermoedt dat waterstof de belangrijke energiebron van de toekomst gaat worden, met ammoniak als de belangrijkste waterstofdrager. Ook waterstof in vloeibare vorm is in opkomst. “Ik verwacht bedrijven binnenkort al aan onze deur voor vergunningen. Het gaat steeds sneller en wordt steeds concreter. Nu is er wereldwijd nog maar één schip
dat vloeibare waterstof kan vervoeren, maar de markt gaat zich nog ontwikkelen. Voor ammoniak hebben we al wél schepen, evenals de terminals die het kunnen importeren.”
Deze verschuiving naar een ‘waterstofeconomie’ vindt niet alleen plaats in de haven, maar ook al bij mensen thuis. “In Goeree-Overflakkee staat inmiddels al de eerste opslag van waterstof in een achtertuin. Dat willen wij natuurlijk graag weten, die informatie hebben we nodig om risico’s te beperken en incidenten te bestrijden.
Aan de andere kant, als we straks voor elke woning
een Veiligheidsregio-advies moeten afgeven, hebben
we veel meer personeel nodig. Onze afdeling beschikt over 30 formatieplaatsen omdat we van oudsher veel met zware industrie te maken hebben, maar met alle nieuwe ontwikkelingen is dat eigenlijk te weinig. Daarom proberen we zo slim mogelijk te werk te gaan.”
Op naar een gezamenlijke aanpak
Wanneer er grote nieuwe dingen langskomen in een aanvraag, wordt daarover op de afdeling overlegd. “Je ziet dat de energietransitie de bestaande netwerken binnen Brandweer Nederland in alle hoeken en gaten doorkruist. We proberen dan ook veel samen te werken met andere partners in de keten. Wanneer
er nieuwe ontwikkelingen plaatsvinden, kijken we samen wat we aan de voorkant kunnen doen om incidenten te voorkomen en risico’s te beperken. Natuurlijk zijn incidenten nooit helemaal uit te sluiten, dus houden we in onze advisering ook rekening met repressie en brengen we in kaart over welke kennis en vaardigheden de brandweer moet beschikken. Door onze bevindingen onderling af te stemmen, komen we tot een gezamenlijke aanpak.”
samen 05
13