Page 51 - HAND IN HAND editie 04
P. 51
PORTRET
Tekst Mark Boninsegna Beeld Vincent van Dordrecht
Nog geen twee jaar zit hij in de Tweede Kamer en toch is hij al lijsttrekker van het CDA bij de komende verkiezingen: Henri Bontenbal. Geboren en getogen op Zuid, weet hij hoe je de mouwen opstroopt en om te blijven knokken om je dromen waar te maken.
Het is niet de mooiste dag om af te reizen naar Den Haag. Het wolkendek manifesteert zich boven de Hofstad alsof een hoger wezen die stad achter de duinen voor het moment even geen blik waardig keurt en er eerst maar oplossingen moeten komen. Na een controle, zo streng dat ik bijna ga denken dat we het vliegtuig aan het pakken zijn naar de Verenigde Staten, komen we terecht in het kantoor
van Henri Bontenbal. Het eerste wat opvalt: drie oude prenten aan de muur, waarvan een de plattegrond van Rotterdam uit 1649 is.
“Zijn jullie geïnteresseerd in geschiedenis?” vraagt Bontenbal dolenthousiast aan fotograaf Vincent en mij terwijl hij naar de prenten loopt. We knikken en Bontenbal barst los. We krijgen het verhaal
te horen over het conflict tussen Johan van Oldenbarnevelt, voormalig pensionaris van Rotterdam, en
prins Maurits. “In 1619 wordt Van Oldenbarnevelt onthoofd in opdracht van prins Maurits, maar dan komt
er opeens een verre voorouder in
het spel: Claes Michiels Bontenbal. Een remonstrant die aan de zijde
van Van Oldenbarnevelt stond. In
1622 beraamde hij met enkele sympathisanten en twee zoons van Van Oldenbarnevelt een moordaanslag op prins Maurits. Er werden in totaal tien mensen ingehuurd voor de aanslag. Het laatste viertal hiervan verraadde het complot aan de overheid. De meeste samenzweerders werden opgepakt, maar een paar, waaronder Willem van Oldenbarnevelt, wist te ontsnappen. Bontenbal
werd achttien weken in Rotterdam gevangengehouden, maar bleef ondanks martelingen ontkennen dat hij actief bij het complot betrokken was. Hij gaf wel toe van het complot geweten te hebben en het geld te hebben geleend. Hij werd uiteindelijk ter dood veroordeeld en voor het voormalig Raadhuis onthoofd.”
Dus je stamt af van een rebel?
“Jazeker. Het hangt hier ook als waar- schuwing aan de muur, zodat ze niet met de familie Bontenbal spotten, zegt hij met een knipoog. Maar, als CDA zijn we koningsgezind en ik vind dat het tijd is dat er een soort van verzoening plaats moet gaan vinden tussen de fa- milie van Oranje en de familie Bonten- bal. De kou is nog niet uit de lucht.”
Je hebt een mooie, oude prent van Rotterdam aan de muur hangen en je introductiefilmpje van het CDA is in zijn geheel opgenomen in Rotterdam. Ben je zo trots op Rotterdam?
“Met zo’n introductiefilmpje wil je graag iets van jezelf laten zien. Toen ik lijsttrekker werd, kenden heel veel mensen mij nog niet. Onbekendheid
was in het begin dus wel een probleem voor mij. En dat heb ik in het kort
op deze manier geprobeerd recht te trekken. Kijk, als je aan mij vraagt
wie ik ben, dan hoort Rotterdam
daar gewoon bij. Ik ben nu veertig en ik woon veertig jaar in Rotterdam. Geboren en getogen op Zuid. Dus dat is wel mijn identiteit. Daarbij heb ik Rotterdam ook gebruikt als metafoor. Je ziet wat beelden van waar ik opgegroeid ben, maar ook van de stad nu. Nederland heeft twee gezichten. Dat zie je goed in Rotterdam terug. De Wilhelminapier en de Erasmusbrug zijn prachtig, maar er is ook een achterkant van de stad. Dat zijn de wijken met al hun problemen en waar je je dochter ’s avonds toch liever
niet doorheen laat fietsen. Ik kom uit die wijken en die twee gezichten zijn gewoon een probleem.”
Heb jijzelf ook flink moeten knokken om te komen waar je nu bent?
“Zo voelt dat ook weer niet helemaal. Ik ben in een mooi en warm gezin van acht kinderen opgegroeid. Het is in die zin knokken dat als je dan nummer vier bent je jezelf wel moet bewijzen. Dus die bewijsdrift zit er wel sterk
in bij mij. Maar ik heb gewoon een gelukkige jeugd gehad. Natuurlijk ben ik in wijken opgegroeid die wat minder zijn, maar als kind komt dat minder hard binnen. We hadden geen auto, mijn vader ging met zijn broodtrommeltje achterop de fiets naar zijn werk als cartograaf bij de gemeente. We hadden het niet breed, dus toen ik vijftien was en wat extra’s wilde, moest ik het zelf betalen. Dus op die manier werkte ik bijvoorbeeld op zaterdag bij de groenteboer op
de Pleinweg, als fietsenmaker op de Stadionweg en heb ik post bezorgd.”
Het lijkt erop dat niet alles zomaar bij je aan is komen waaien.
“Nee, luxe was geen onderdeel van ons bestaan. En ik wist dus al snel wat de waarde van geld is. Je moet ervoor werken en vaak bereik je iets moois als je er tijd in stopt. En dat zie je nu ook bij Feyenoord. Helder zijn voor waar je voor staat en gewoon doorzetten. Met het CDA proberen
NOVEMBER 2023
51