Page 13 - Hand in Hand 07
P. 13

 INTERVIEW
JAN BOSKAMP STRAALT DOOR FEYENOORD
 Tekst Mark Boninsegna Beeld Danny de Groot
Jan Boskamp, de man die geen verdere introductie nodig heeft, ging al
als klein mannetje van vier, vijf jaar oud iedere wedstrijd met zijn vader, die suppoost was, mee naar Feyenoord. Jo Walhout is de eerste naam die hij hard uitroept als hij vertelt over de eerste keren dat hij naar zijn geliefde club ging. Vol verwondering zit hij, tegen Jan Oudenaarden en mijzelf, hier in een kantoortje naast De Kuip, te vertellen dat hij al die gasten ‘gewoon‘ heeft zien spelen. Puur geluk straalt uit zijn ogen als hij teruggaat in de tijd.
Het is de avond waarin Feyenoord het tegen AZ voor de beker opneemt. Iedere thuiswedstrijd komt Jan namelijk vanuit België naar Rotterdam gereden. En dat doet hij al sinds hij in 1974 voor RWDM in Brussel ging spelen. Met RWDM speelde hij meestal op zaterdag en na de wedstrijd sprongen Jan en zijn vrouw in
de auto en reisden zij af naar Rotterdam-Zuid. Zondags was
er namelijk geen training en ’s maandags waren ze vrij. In het begin deed hij dat minimaal vier keer per seizoen. Dertien jaar geleden kon hij het niet meer laten en sindsdien komt hij iedere thuiswedstrijd. Tot nu toe heeft hij er maar eentje gemist.
Jan zit zoals we hem allemaal kennen, relaxed en goedgemutst op zijn praatstoel. Ik ga tegenover hem zitten en laat Jan Oudenaarden rechts van hem plaatsnemen. Mochten er klappen vallen, dan is Jan Oudenaarden de lul en niet ik.
Toen Jan bij het Rotterdamse
HOV voetbalde, kwam ome Fred (Blankemeijer) kijken bij een wedstrijd van de toen dertienjarige Jan. Voor hij het wist, trainde hij
op Varkenoord, maar hij miste zijn vriendjes bij HOV en ging snel weer terug naar zijn oude club. Een jaar later, toen hij bijna vijftien jaar was, zag hij zichzelf opeens trainen met het eerste van Sparta waarin
Tinus Bosselaar linksbuiten en de Schotse Bill Thompson trainer was. De volgende dag, toen Jan op zijn werk in de haven bezig was met
het laden en lossen van fruit, kreeg hij een bezoekje van ome Fred. Die vertelde hem dat dit veel te zwaar werk voor Jan was en dat hij maar bij Feyenoord als terreinknecht moest gaan werken en daarbij een contract kreeg als voetballer. Vanaf dat moment verdiende Jan opeens met 9.800 gulden per jaar, meer dan zijn vader. Maar veel zag hij
er niet van terug. Iedere week als hij met zijn loonzakje thuiskwam, kon hij het direct inleveren bij zijn moeder. Alleen het losgeld mocht hij houden.
Vanaf daar is het wachten op
het moment dat hij met zijn
zwarte kicksen in het eerste van Feyenoord kan schijnen. Een vriendschappelijke wedstrijd in De Kuip tegen het Duitse Eintracht Braunschweig laat dan eindelijk zijn grote droom in vervulling gaan, net zoals de droom van zijn grote vriend Wim Jansen een jaar eerder in vervulling is gegaan. Alleen ging het debuut niet zoals gepland. Bij een kopduel breekt Jan zijn neus. Hij laat niks merken, doodsbang dat hij is om gewisseld te worden.
Eigenlijk speelt Jan op het verkeerde moment in het eerste van Feyenoord. Hij moet het aangaan met het op dat moment
 FEBRUARI 2024
13














































































   11   12   13   14   15