Page 75 - Hand in Hand 07
P. 75
PORTRET
EEN LEVEN LANG VARKENOORD
Tekst en beeld Maurits Hoek
Hij kwam als teammanager met de jeugdteams van Feyenoord in alle windstreken terecht. Mede hierdoor won hij de Willem van Hanegem-trofee. Wij spraken hem op ‘zijn’ Varkenoord.
Vaak is hij er samen met zijn
vrouw, die ook al 37 jaar op het trainingscomplex te vinden is. Zijn doel? Hij wil samen met zijn vrouw 80 jaar op Varkenoord gewerkt hebben. Voordat dit zover is, kijken we terug met Van Campenhout op zijn reis bij en met Feyenoord.
“Dit was natuurlijk een complete verrassing! Wie rekent daar nou op? Je gaat er vanuit, ik zit wel in de organisatie, maar ik ben maar een klein radertje; dat je dan gekozen wordt voor zo’n schoen”, zegt Fred van Campenhout terwijl hij trots naar zijn net gewonnen Willem
van Hanegem trofee wijst. “Alle mensen met wie ik heb gewerkt,
of die ik in ieder geval van naam ken, hebben zo’n trofee, en dat ik daar als nummer 11 uitkom, (Van Campenhout is de elfde winnaar van deze prijs, red.) is bijzonder. Want nummer 11 is het nummer van Coen Moulijn, en dat is toevallig, want Adrie Moulijn is een vriendin van ons. Die pakte mij beet en zei: ‘Fred, je hebt Coens nummer!’ Dat is toch apart?”
Wat deed Fred van Campenhout precies om de prestigieuze Willem van Hanegem trofee te winnen? “Voor corona was ik teammanager. Ik deed bij de Sportclub de bar en ik hield het oude pand schoon, ook de toiletten; dat maakte mij allemaal niet uit, dat deed ik gewoon. Daarnaast hield ik het terrein bij, maar alleen de straat, en niet de velden hè? Dat doe ik al jaren. Vroeger in de haven had ik dagdiensten, middagdiensten en
late nachten. En als ik dan vrij was, ging ik altijd naar Feyenoord toe. ‘s Morgens hielp ik even Ada Messen,
dat was een heel goede vrouw, fantastisch. Dat deed ik vrijwillig en op zaterdag had ik mijn jeugdteam. Dat deed ik ook weer. Zodoende werd het steeds meer en meer. Mijn vrouw werkte ’s ochtends, dus ik had veel tijd. Dat ging van de maandag tot en met de zondag en dat deed ik jaar in, jaar uit. Ik was altijd van maandag tot vrijdag om 8.55 uur aanwezig
tot 15.00 uur en dan ging ik weer naar huis. Behalve de donderdag, want dan drinken de amateurs een bacootje of een biertje. En dan was ik wel om 8.55 uur aanwezig maar dan bleef ik wel eens tot 00.00/00.30 uur. De volgende ochtend was ik er
weer om 8.55 uur!”
“Ik werk met fantastische mensen. Als ik zaterdags kom, dan zing ik
al: “Goeiemorgen, goeiemorgen, goeiemorgen ochtendzon!”, een beetje om de sfeer te maken. Ik heb ook wel eens m’n nukken hoor, ik ben ook niet volmaakt hè? Maar dit is mijn leven, Feyenoord. Toen ik nog werkte, speelde mijn neefje hier in de jeugd en elke Feyenoorder kent hem: Pascal Bosschaart. Dat is mijn neef, en Yori (broer van Pascal, red.) werkt hier als videoanalist. Dan ging ik altijd naar de trainingen kijken
en later kwam er een meneer naar mij toe, wijlen Ben Kester en die vroeg: “Fred, we zoeken iemand om de jeugd te helpen.” Ik zei: “Ik niet bij Feyenoord, dat is mij te groot.” Toen heb ik de boot een beetje afgehouden. Maar toen kwam ik weer in gesprek en Dammes van Wilgenburg en, nog steeds, Jan Mastenbroek, en toen heb ik het gedaan. Toen kreeg ik Sportclub Feyenoord A1 onder mijn hoede, daarboven had je A-regionaal,
FEBRUARI 2024
75