Page 82 - HAND IN HAND 09
P. 82
UIT STAND
In de namiddag van 7 april vertoonde ik wat hoofdstedelijke neigingen. Althans, mijn ‘lieffie’ betichtte me daarvan. Dan is er écht wat aan de hand, want je kunt veel van mijn echtgenote zeggen, maar ze heeft een uitstekende antenne voor hoogmoed, prietpraat en arrogantie.
Wat gebeurde er? Gaandeweg de Klassieker bemerkte ik bij mezelf een grote hang naar ‘wraak’. Die gevoelens waren zó sterk, dat ik niet tevreden was met 3-0, niet met 4-0, niet met 5-0 en zelfs niet met 6-0. Nou ja, natuurlijk was ik blij (want meestal hebben we veel moeite met de ‘kleine tegenstanders’), maar er was onmiddellijk onrust en drang naar nóg een goal, daarin ging ik gelijk op met de mannen op het veld. Althans, met dat deel van de spelers dat een Feyenoord-shirt droeg. Na afloop was er bij mij vreemd genoeg geen euforie, maar vooral gemopper dat Makkelie en consorten ons weer eens een kans hadden ontnomen
op ‘meer’. Visioenen van een 8-2
in Amsterdam kwamen voorbij en van talloze malen onrecht, waarbij ‘team-Makkelie’ meer dan eens een dubieuze rol speelde. Natuurlijk was er jarenlang ook sprake van een fors kwaliteitsverschil in Amsterdams voordeel, maar Feyenoord werd nooit zó opzichtig bevoordeeld door het arbitraal trio.
BESCHEIDEN
Terug naar de meest recente Klassieker: zes goals voor de thuisploeg, één kans weggegeven, dertig schoten, een gelukkige 3-0 vlak voor rust, wat heb je na een half dozijn goals dan nog te klagen? Ik snap het ook niet. Het moeten
al die jaren vernedering zijn, het hoongelach, dat – erger nog – zelfs omsloeg in medelijden. Na de 0-4
in Amsterdam had ik hetzelfde. Ik vond dat ‘ons’ door toedoen van het Amsterdamse publiek een kans was ontnomen om een monsterscore neer te zetten. En nu, na de prachtige zesde goal van Igor Paixão, hoorde
ik mezelf foeteren over niet gegeven penalty’s en even later over het afkeuren van de zevende goal. Iedere analist was het eens met het annuleren van deze treffer, maar ik zag vooral dat Ayase Ueda schuin voor keeper Rulli stond (en dus niet meedeed aan het spel, noch het zicht van de keeper belemmerde). Ueda kwam een fractie ná het schot van Alireza Jahanbakhsh recht voor Rulli te staan. Je zag het ook aan de reactie van de doelman, die totaal gefrustreerd was over wéér een tegentreffer en niet protesteerde tegen de aanwezigheid van Ueda.
Het paste in de ‘damage control’ van team-Makkelie, dat op onverklaarbare wijze zaken liet passeren. Drie(!) handsballen werden weggewuifd en
het missen van de vuistslag van Steven Bergwijn door de VAR-van-dienst, Rob Dieperink, was ronduit verbijsterend. De 7-0 had de ‘honger’ naar ‘tien’ alleen maar meer aangewakkerd.
Nu zorgden de arbitrale dwalingen en wissels aan Feyenoord-kant voor een haperend ‘ritme’. Ik ben ervan overtuigd dat Feyenoord in de ArenA bij een normaal (dus niet verstoord) verloop van de wedstrijd zeker zes, zeven goals had gemaakt en bij het duel in De Kuip waren dubbele cijfers (of meer!) zeker mogelijk geweest.
“Belachelijk!”, vond mijn lief. “Niet elke kans kan een doelpunt zijn en scheidsrechters maken veel minder fouten dan spelers. Nog niet zo lang geleden was je blij als het tegen jouw favoriete vijanden geen afstraffing
van vier, vijf nul werd en nu ben je zelfs niet tevreden na een historische overwinning?!” Zoals altijd heeft ze gelijk. Enige bescheidenheid – niet te verwarren met onderdanigheid – is gepast. Ik heb er toch maar een borrel op gedronken en sindsdien de hele wedstrijd zesmaal en de samenvatting een keer of twintig teruggekeken.
Die aantallen staan symbool voor de werkelijke uitslag en ‘wat had kunnen zijn’, wilde ik mijn dierbare nog zeggen; maar ik heb gezwegen.
Ton Brands
82
HAND IN HAND