Page 38 - Onze Haven 18
P. 38

 ‘Iedereen om ons heen is dag en nacht aan het werk en die energie voel je.’
Ruud Meuldijk (63), Branch Manager Marine Department bij Broekman Shipping
“Als jongen was ik een vrijbuitertype. Ik wilde niet heel de dag op kantoor zitten. Daarom begon ik in januari 1982 als waterklerk. Later in mijn carrière runde ik een agent- schap voor een rederij in Hamburg, maar dat betekende dat ik moeilijk vrij kon nemen en dat ik ook zaken als HR en de boekhouding zelf moest regelen. Uiteindelijk zit je meer dát te doen dan je geliefde beroep. Via de Marine Club Rotterdam kwam ik zes jaar geleden in contact met Broekman. We voegden onze kapitienskamers samen en ik kwam hier in dienst. Broekman Shipping coördineert schepen naar binnen en werkt nauw samen met HCC, loodsen, roeiers en sleepboten.
Als voorzitter van de Rotterdamsche Waterklerken Vereni- ging heb ik veel contacten, en vanuit Broekman kreeg ik de mogelijkheid om de afdeling uit te breiden. De mensen die
ik kies om naast me te werken moeten soortgelijke vakbroe- ders zijn, anders gaat dit niet. We zijn hier met zeven water- klerken die 24/7 klaarstaan om naar de schepen te gaan, ook tijdens feest- en verjaardagen. In principe heeft één man dienst in de avond, maar als er nood aan de man is hebben we allemáál dienst. Dan zeggen we onze privéafspraken
af en gaan we door tot de klus geklaard is. Dat driemus- ketiersverhaal is heel sterk binnen deze afdeling: één voor allen, allen voor één. Het is een mooie club mensen die voor elkaar instaat, een broederlijk team. Laatst bood iemand een
collega aan om te komen helpen tijdens een druk weekend. Die collega vroeg: ‘Maar jij gaat toch naar Feyenoord?’ ‘Dat gaat niet door dan. Ik kom je helpen.’ Als het probleem ernstig genoeg is en ze willen mij zien aan boord, dan stap ik ook zelf in de auto. Hoe dichter je bij de Maasvlakte komt, hoe meer lichtjes je ziet - tot het één grote kerstboom aan havenactiviteiten is. Iedereen om ons heen is dag en nacht aan het werk en die energie voel je. Doordat de communi- catie dankzij e-mail en telefoon nu veel makkelijker verloopt, hoef je niet altijd fysiek meer een schip op. Toch is dat nog steeds het beste én het leukste. Even met de kapitein zitten. Misschien tref je, zoals ik, wel een wereldgozer die op een Grieks eiland woont - die jou z’n privéadres geeft en een vriend voor het leven wordt. Die contacten hield ik altijd goed bij. Veel van die kapiteins zijn later directeur van een rederij geworden, en die weten me nu nog steeds te vinden.
Mijn grote hobby was paardrijden, maar dat is bijna niet te combineren met dit werk. Daarom ben ik marathonloper geworden. Met de Rotterdam Running Ambassadors heb
ik wereldwijd 31 marathons gelopen. Meestal kozen we havensteden uit, zodat we meteen zakenrelaties konden bezoeken. Dan zei ik: ‘Ik kom op maandag - als ik nog kan lopen, want ik loop zondag de marathon.’ Dat opende een hoop deuren. Vaak nam ik dan ook nog de medaille mee tijdens het gesprek. Als ik dat ding op tafel gooide, waren ze vaak gelijk aan boord. Soms ging ik zelfs expres een beetje moeilijk lopen. Dat dwong nóg meer respect af.”
38 • ONZE HAVEN

























































































   36   37   38   39   40