Page 66 - Hand in Hand - Editie 8
P. 66

C
 CLUBLIED
DE GES
Tekst Maurits Hoek
Beeld Erik van den Berg & documentaire ‘Hand in Hand – Met dank aan de matrozen’
Filmmaker en Feyenoord-supporter Erik van den Berg schreef een boek over clubliederen én maakte een documentaire over het Hand in Hand. Wij doken met hem in de geschiedenis van ons clublied.
In de zoektocht naar de geschiedenis van clubliederen stuitte Erik direct
al op een probleem. Wat bleek? Veel clubs wisten betrekkelijk weinig van de ontstaansgeschiedenis van hun lied.
Als ze überhaupt al wisten dat ze een officieel clublied hadden. Uiteindelijk kostte het Erik een hele hoop tijd om het boek over clubliederen te maken. Hij was er ruim tien jaar mee bezig. “Ik heb er niet fulltime aan gewerkt, maar gemiddeld in tien jaar heb ik er wel een à twee dagen per week aan besteed.
Bij sommige clubs is er meer over hun clublied bekend, maar er zitten ook clubs bij die niet eens wisten wanneer het geschreven was. ‘Ergens in de
jaren zestig’, hoor je bijvoorbeeld. Ze wisten dan bijvoorbeeld dat het tussen 1963 en 1964 geschreven was. Dit kan je nagaan via singletjes. Om er dan meer over te weten te komen, moest je helemaal naar bijvoorbeeld Groningen of Volendam. Dan moest je alle papieren edities van een blad, bladzijde voor bladzijde twee jaargangen door om ook maar iets van informatie te vinden. Zo kom je je tijd wel door.”
De Duitse zoektocht naar
het Hand in Hand
“Over Feyenoord was wel het een en
VAN ON
 66
HAND IN HAND
ander bekend, maar dat was meer de zoektocht naar Wilhelm Speidel.” Wilhelm Speidel was een Duitse componist die in 1887 vermoedelijk de eerste was die het Hand in Hand op bladpapier heeft gezet. Hierover later meer.
“In het begin ga je alles zelf uitvinden. Je komt erachter dat er al veel over geschreven is. Zo kom je uit bij mensen als Roland Vonk, Jimmy Tigges en Paul Groenendijk, ook redacteur bij Hand
in Hand. Daar wil je op voortborduren en uiteindelijk ga je misschien wel duizenden krantenartikelen lezen.
Ik wilde echt de bundel van Wilhelm Speidel vinden. Er is namelijk ooit
een ingezonden brief geweest waarin werd gezegd dat het Hand in Hand ooit een Duits liedje zou zijn.” Volgens de muziekleraar die de brief gestuurd had, was dit een muziekstuk van de eerder genoemde Wilhelm Speidel.
“Dan ga je zoeken en ik wist dat Roland Vonk ooit bij de dochter van de muzikant is langsgeweest. Zij leefde niet meer maar ik ben in contact gekomen met haar kleindochter en daar heb ik de hele boekenkast doorzocht. Ik vond er geen bundel die er op leek. Een dag later belde ze op omdat ze iets had gevonden, een oude bundel. Ik dacht echt, ik heb het! De beschrijving klopte, het was de juiste uitgeverij en het ging over marsliederen en oude Duitse liedjes, precies zoals beschreven in de ingezonden brief. De bundel viel uit elkaar, zo oud was het, dus ik dacht echt dat ik het had. Er
stond geen jaartal op, maar het lijkt aannemelijk dat het uit 1887 komt.”
“Ik kan zelf geen noten lezen dus ik heb een muziekscanner gedownload en ik heb alle 110 muziekstukken die erin stonden, gescand, maar het Hand in Hand stond er niet tussen. Toen heb ik honderden Duitse antiquariaten gebeld en gemaild. Daarna ben ik zelfs in München geweest en met bijna alle Duitse universiteiten contact gehad, maar het was onvindbaar.”
Ook verwoede pogingen om Speidels nageslacht via sociale media te vinden, liepen op niks uit. Kunnen we het Duitse verhaal in twijfel trekken? Erik zegt daar het volgende over: “Er is uiteindelijk maar één persoon geweest die een ingezonden brief heeft gestuurd, en dat is alles. Ik denk soms wel eens, heeft
hij niet gewoon een grap uitgehaald? Dus zolang die bundel van Speidel niet gevonden is, geloof ik het niet. Volgens zijn kleindochter was haar opa geen grappenmaker, maar een heel serieuze man. Ik blijf uiteraard wel zoeken, en met mij vele anderen.”
De Nederlandse zoektocht
naar het Hand in Hand
Zoals gezegd, in Duitsland kon de oorsprong van het Hand in Hand niet met 100% zekerheid bevestigd worden. Daarom keren we terug naar Nederland. Het is aannemelijk dat ons clublied toch gewoon hier vandaan komt. Hierover vond Erik het volgende: “Het bewijs is





































































   64   65   66   67   68