Page 82 - Hand in Hand editie 10
P. 82
UIT STAND
Koopjes. Zoals ik u vorige maand
al meldde: ik ben er gek op. In de vorige editie passeerde al een hele rits koopjes de revue: Dirk Kuijt, Nico Jansen, Ruud Geels, Ove Kindvall, Salomon Kalou, Kees van Wonderen en Johan Cruijff. Deze keer: nóg meer koopjes. Waarbij wél moet worden aangetekend dat je pas achteraf kunt vaststellen of een speler een koopje was – of juist een miskoop. En zelfs dan vaak alleen in financiële zin.
Neem József Kiprich: in 1989 voor
€ 591.000 gehaald – pure winst. Pétur Pétursson in 1978? € 136.000 – koopje. Paul Bosvelt in 1997 voor vijf ton? Spotgoedkoop. Graziano Pellè kwam via een huurconstructie (en de nodige toevalligheden) naar De Kuip. En kijk wat hij bracht: goals, charisma en Italiaans drama. Een jaar eerder was het John Guidetti – óók gehuurd, óók onvergetelijk. De financiële situatie destijds liet het Feyenoord niet toe Guidetti definitief over te nemen van Manchester City; zijn naam zou nog jarenlang rondzingen als mogelijk transfertarget.
Het bleef bij één seizoen, en toch: Guidetti? Een koopje!
Meer recent: Matts Wieffer. Feyenoord betaalde € 575.000. Klinkt bijna als een tikfout, zeker als je weet wat Brighton inmiddels heeft afgetikt. Niemand had dat voorzien. Toen Timber geblesseerd raakte, hield iedereen zijn hart vast. En toen stond daar ineens die nuchtere Tukker – stil, steady, steengoed. Koeman haalde hem bij Oranje. Koopje? En of.
En dan dit seizoen: tijdens de winterstop, min of meer uit wanhoop (en blessurenood), werd Jakub Moder gehaald. Feyenoord betaalde zo’n anderhalf miljoen euro voor hem. Voor de huidige economische begrippen
is dat een koopje. Zeker voor een Poolse international die meteen op het middenveld de lakens uitdeelt. Het lijkt alsof hij al jarenlang actief
is in De Kuip. En als we dan toch in het oosten blijven: Gijs Smal. Nog geen onomstreden basisspeler, maar wél al goed voor een reeks prachtige momenten. Zijn pass op Giménez tegen Bayern? Wereldklasse. En hij kwam transfervrij. Als dát geen koopje is... En over Giménez gesproken:
ook achteraf gezien een voltreffer. Feyenoord betaalde zo’n vier miljoen voor hem. Vier miljoen! Dat is tegenwoordig een halve linksback zonder ervaring!
En laten we Santiago’s voorganger niet vergeten: Bryan Linssen. Ooit
als ‘oplossing voor de breedte’ binnengehaald, maar uiteindelijk goed voor belangrijke goals, onvermoeibare inzet en een paar legendarische interviews. Kosten? Nagenoeg niks. Waarde? Onbetaalbaar.
De ultieme koopjes blijven natuurlijk de spelers uit eigen jeugd. Uit nood geboren – toen een faillissement akelig dichtbij kwam – herontdekte Feyenoord zijn eigen kweekvijver. Sindsdien breekt er structureel talent door. Soms lijkt het bijna magie: je hebt net de hoop opgegeven vanwege een blessure, en dan staat daar een
jonge onbekende die het nóg beter doet. Zoals Givairo Read, recent. Wat een verademing. Maar ook Lutsharel Geertruida, die zich ontwikkelde van stille back tot onmisbare leider. Een jeugdspeler die international wordt: dat is niet alleen een koopje, dat is pure goudwinning.
Jarenlang smulden bepaalde media van lijstjes vol mislukte Feyenoord- spitsen. En ja, daar zaten pareltjes van vergissingen tussen. Maar de spelers die hier genoemd zijn? Die kwamen spontaan in me op tijdens het schrijven. Wie dieper spit, kan er ongetwijfeld nog tientallen andere namen bijhalen. Het is maar net waar je op focust.
Zelf heb ik altijd een zwak gehouden voor Dave Mitchell. Australische spits, 1987, voor € 205.000 gehaald van Eintracht Frankfurt. Ik vond hem elke euro waard. Weinig supporters zullen hem noemen als koopje, maar ach – sentiment telt ook.
Een volgende keer ga ik misschien eens in op de transfersom zélf – wanneer is die een zegen, wanneer een last? Een koopje voelt vaak als vrijheid: er is minder druk, minder verwachting. Maar als je miljoenen kost? Dan móét je presteren. Of je wilt of niet.
Anders gezegd: wat ís een koopje, eigenlijk?
Ai. Misschien had ik dáár beter mee kunnen beginnen...
82
HAND IN HAND
KOOPJES (2)

