Page 14 - BAHC Digitaal Clubblad Nr1 2012

DE TIEN GEBODEN VAN EEN AFGHAAN.
1. Je bent in de tuin en het vrouwtje roept om binnen te komen. Ga NOOIT direct bin- nen. Neem je tijd. Doe eerst alsof je niet goed hoort aan die kant. Bij herhaaldelijk roepen, doe je enkele stappen in de goede richting, blijf dan staan en kijk goed in ’t rond. Is er nog iets interessants te zien? Ga dan zeker eerst kijken. Als het vrouwtje zich begint af te vragen of ze niet beter een Duitse Herder had gekozen, dan wordt het tijd om naar binnen te gaan.
2. Als je met je vrouwtje (aan de lijn) gaat wandelen, bepaal dan vooral zelf de te vol- gen weg. Maak bij elk kruispunt van wegen duidelijk welke richting je wil uitgaan. Meestal is dat de andere kant op, dan die- gene die het vrouwtje had gepland. Onze mensen denken dan ook altijd dat ze beter onze interesses kennen dan wijzelf. Ruik je bv. langs de berm iets dat de moeite is om verder te onderzoeken, zet er dan je volle gewicht tegenaan en trek hard aan de lijn tot je er bent. Lukt het niet, blijf proberen, heel de berm lang, 100m, 200m....Jij houdt het langste vol.
3. Het heeft gesneeuwd en als je je behoef- tes moet doen, komt je buik tegen de sneeuw. Dit kan niet. Hou je zo lang moge- lijk in en doe het met zo’n weer stilletjes ’s nachts in huis.
4. Hoe vorm je een koor? Je denkt aan een wolf, je snuit loodrecht naar omhoog en je huilt éénmaal. Dan kijk je uitnodigend naar je zusje afghaan en ja hoor, snuit omhoog en zij huilt net één toon hoger. Dan is het weer aan jou, telkens iets hoger. Vergeet niet oogcontact te houden om op elkaar af te stemmen. Niet zo gemakkelijk hoor, met je hoofd naar omhoog, je moet helemaal scheef kijken. Hoe meer leden het koor telt, hoe artistieker het is.
5. Je zusje ligt op de zetel naast het vrouw- tje en jij wil daar liggen. Wat doe je? Je gaat naar het raam en je gromt even. Je zusje snelt je blaffend ter hulp, druk rondkijkend waar het gevaar zich precies bevindt. Maar er is nl. niets te zien. Uit solidariteit, blaf
je nog even mee. Dan ga je zelf naast het vrouwtje liggen.
6. Je wil al dat lekkers op de tafel van ’t vrouwtje zelf opeten? Maar het toezicht is streng? Wacht af, soms komt er bezoek en dan zit men in het salon, bij een (laag!) salontafeltje. Grijp dan je kans. Is dit salon- tafeltje ook afgeschermd, wees dan zeer oplettend. De bezoekster neemt een stukje cake en brengt dit naar haar mond. Net voor het in haar mond is, sla je vliegensvlug toe en de cake is voor jou.
7. Hoe kan je op bed HEEL kort tegen
het vrouwtje aanliggen? Je gaat gewoon bovenop haar staan. En dan laat je je lang- zaam afglijden. Je plakt er nu echt tegen- aan. Wil je vrouwtje je alsnog verleggen, span dan al je spieren stijf op en druk
jezelf stevig tegen het deken aan. Je weegt zodoende wel 100kg , geen mens die je kan wegduwen.
8. Borstelen. Mooi meisje maken! Ja, dat zal wel!. Aan al je haren wordt er getrokken. Werk niet mee. Ga helemaal op het verste randje van de tafel staan. Hef telkens je poot op, dan krijgt die borstel er gegaran- deerd geen vat op. Draai je hoofd helemaal de andere kant op, je oren zijn nu veilig. Je gelooft zelf niet hoever je wel kan. Kronkel je lichaam in allerlei bochten. Zo zijn ook je flanken gevrijwaard.
9.De hondenschool. Okee, je leeft in een maatschappij, er moeten regels gerespec- teerd worden, we gaan daar niet moeilijk over doen. Maar commando’s opvolgen NEEN!
“Zit / lig / poot /blijf / zit voor /zit voet /af / volg /...” je DENKT er niet aan. Behoud je waardigheid en fierheid. Zegt de instructeur dat een afghaan toch zo’n domme hond is? In ’t diepste van je oosters hondenwezen, weet jij wel beter, weet jij wie de domste is.
10. Bewaak het huis. Blaf kwaad naar al
wie voorbijkomt, zeker als er een viervoe- tige soortgenoot bij is. Dit kan NIET op jouw straat. Komt er echter iemand de oprit opge- lopen om te bellen aan de voordeur, dan moet het wel een vriend zijn. Sta dan kwis- pelend klaar om hem te verwelkomen en op te nemen in je groot, warm hondenhart.