Page 124 - Van Spruitenpad tot Centrecourt
P. 124
SCHADE AAN DE BALLONHAL (1989-1993)
In de nacht van 11 op 12 november 1989 is de ballonhal naar bene den gekomen. Dit is wel eens eerder gebeurd maar dat er een scheur van ongeveer 25 meter in de huid zit, is nog nooit voorgekomen. Het onderzoek door de recherche moet uitwijzen of er sprake is van van dalisme, ondeskundig gebruik of dat er andere oorzaken zijn. De hal is volop verhuurd dus de huurders moeten weer zo snel mogelijk kunnen spelen.
In eerste instantie wordt door de fabrikant van de hal (de fa Bingham) toegezegd dat de hal binnen een week wordt hersteld. Later wordt dit 3 weken en uiteindelijk blijkt de hal bijna 4 weken te zijn weggeweest. Begin december kan er in principe weer worden gespeeld doch de huurders moeten worden afgebeld. Omdat de vorst in de grond zit bij het opnieuw opzetten van de hal zijn de banen door opdooien te zacht geworden om te spelen. Vervolgens krijgen we het spelletje "wie zal dat betalen, zoete lieve Gerritje".
Het onderzoek naar de oorzaak van de scheur in de hal wordt in volle gang gezet. Voor alle zekerheid wordt bij onze verenigingsadvocaat Ron Kester juridisch advies ingewonnen.
Begin 1990 blijkt de schade aan de ballonhal in de papieren te lopen. De schade aan de hal zelf is geschat op ƒ 20.500,-; daarnaast is er de schade als gevolg van gederfde inkomsten ter grootte van ƒ 17.000,- De problemen bij het afhandelen van de schade stapelen zich op. De
Een teneergeslagen ballonhal.
122