Page 50 - I am + | Editie 4
P. 50
Het beeld dat het algemeen publiek heeft van hiv is één van de grootste problemen waar mensen met hiv mee te maken hebben. Veel mensen hebben nog oude denkbeelden over hiv. Veel mensen weten niet dat je levens- verwachting met hiv normaal
is, dat je een gezonde baby kunt krijgen, dat de hiv-preventiepil PrEP bestaat en dat hiv niet over- draagbaar is als iemand hiv-medicatie gebruikt en het virus onderdrukt is. Het zou een hoop schelen als iedereen dat zou weten.
Hardnekkig
Het hiv-stigma is hardnekkig. Stereotype gedachten zijn heel erg moeilijk te veranderen. Deze denkbeelden hebben mensen aangeleerd
en ze worden van generatie op generatie doorge- geven: een mens leert van zijn omgeving hoe hij moet denken en hoe hij op dingen moet reageren. Toch is heel geleidelijke verandering van hard- nekkige maatschappelijke opvattingen is wel degelijk mogelijk.
Hiv-stigma ontrafeld
Bij hiv-stigma spelen verschillende factoren
een rol. Hiv is overdraagbaar en het wordt als ernstige aandoening beschouwd. De persoonlijke verantwoordelijkheid voor het oplopen van hiv speelt ook een rol: hiv is ‘eigen schuld’. Deze denkbeelden zorgen voor negatieve emoties en negatief gedrag. Verder wordt hiv in verband gebracht met andere zaken waar een deel van de maatschappij negatief tegenover staat: sekswerk, wisselende contacten, homoseksualiteit, drugs- gebruik. Al deze aspecten versterken elkaar en houden elkaar in stand, ook al zijn de ernst en de overdraagbaarheid van hiv sterk afgenomen.
Verschillende soorten stigma
Er zijn verschillende soorten stigma. Zo is er
het publieke stigma, dat is hoe de maatschappij reageert op hiv. En je hebt ook zelfstigma; daarover spreek je wanneer mensen met hiv bang zijn om gestigmatiseerd te worden of wanneer ze de opvat- tingen uit de maatschappij op zichzelf betrekken. Bijvoorbeeld dat mensen denken: Het is m’n eigen schuld dat ik hiv heb. Ik ben waardeloos omdat ik hiv heb.
Zelfstigma
Uit onderzoek weten we dat zelfstigma leidt tot angst, depressiviteit, slaapproblemen, seksuele problemen en een negatiever zelfbeeld. Zelfstigma heeft dus een groot effect op je psychologisch welbevinden; op je kwaliteit van leven. Er is veel onderzoek gedaan naar stigma bij psychische klachten, dus helemaal los van hiv. Uit die onder- zoeken weten we dat er drie manieren zijn om zelfstigma tegen te gaan. De eerste manier is om mensen goed te informeren over het stigma en over hoe stigma werkt. De tweede manier is cognitieve gedragstherapie. Daarbij leer je op een andere manier tegen problemen aan te kijken en er anders mee om te gaan. De derde manier is een training
die je helpt om open te worden over het stigma. Bij psychische klachten is er in Amerika het ‘Honest, Open, Proud’-project. In een training van drie sessies gaan mensen eerst nadenken over open zijn en bedenken aan wie men het het eerst zou kunnen vertellen en hoe men het wil vertellen. Onderzoek laat zien dat deze training zelfstigma kan vermin- deren. De Open Universiteit gaat samen met OLVG, hello gorgeous, Universiteit Maastricht en het RIVM op basis van wetenschappelijke inzichten een inter- ventie ontwikkelen om zelfstigma tegen te gaan.
Publiek stigma
Om de denkbeelden van het publiek te veranderen helpt voorlichting. En het meest effectief is contact met de gestigmatiseerde groep, met mensen die leven met hiv dus. Zelfs als dat contact niet optimaal is, helpt het enorm om negatieve denkbeelden bij te stellen. Met zo’n twintigduizend mensen met een hiv-diagnose
in Nederland lukt het natuurlijk niet om persoonlijk contact te hebben met meer dan 17 miljoen Nederlan- ders. Maar door in de media of online open te zijn over hiv, kun je veel mensen bereiken.
50