Page 3 - Inspectie Pocket test_1
P. 3
Aan de hand van de gestelde grenswaarden per onderwerp, behandelen we benamingen, begrippen, grootheden enzovoort. De onvolkomenheden die worden behandeld zijn gekenmerkt met volgnummer en aanduiding. Voordat we de grenswaarde per onderwerp behandelen, volgt eerst een overzicht van symbolen zoals omschreven in NEN-EN-ISO 5817 punt 4: Symbolen.
De volgende symbolen worden daar gebruikt:
a nominale keelhoogte van de hoeklas: de hoogte van de grootste gelijkbenige driehoek, die in de
lasdoorsnede kan worden aangegeven;
b breedte van de las(over)dikte;
d middellijn van de porie;
h afmetingen (hoogte of breedte) van de onvolkomenheid;
l lengte van een lasonvolkomenheid in de langsrichting van de las; lp lengte van het geprojecteerde- of breukoppervlak;
s nominale dikte van de stompe las of, in het geval van gedeeltelijke inbranding, de voorgeschreven inbrandingsdiepte (zie ook ISO 2553);
t wanddikte of plaatdikte (nominale afmeting);
Wp breedte van de las of breedte of hoogte van het breukvlak;
z beenlengte van de hoeklassen (bij een gelijkbenige driehoek is z gelijk aan a√2); α onder een scherpe hoek aangevloeide las;
ß hoekverdraaiing.
Groepsindeling volgens EN-ISO 5817
EN-ISO 5817 bestaat uit 4 groepen namelijk:
• Groep 1 Oppervlakte onvolkomenheden;
• Groep 2 Inwendige onvolkomenheden;
• Groep 3 Geometrische afwijkingen van de verbinding;
• Groep 4 Meervoudige onvolkomenheden.
De volgende onvolkomenheden worden beoordeeld volgens EN-ISO 5817.
Oppervlakte onvolkomenheden groep 1:
• Nr.: 1.1,1.2,1.3,1.4,1.5,1.6,1.7,1.8,1.9,1.10,1.11,1.12,1.13,1.14,1.15,1.16,1.17,1.18,1.19, 1.20,1.21,1.22 en 1.23
Geometrische afwijkingen van de verbinding groep 3:
• Nr.: 3.1 en 3.2
Weidehek 24
4824 AS Breda Nederland T + 31(0)88-1344555
E info@lasinstituut.nl
Inspectie pocket EN ISO 5817