Page 19 - Vroege Herinneringen
P. 19
Aan het werk
Solliciteren
Zonder problemen haalde ik mijn diploma. Toen kwam de moeilijke opgave een baas te vinden. Dat betekende bouwwerken afgaan, fabrieken, enz., krantenad- vertenties lezen, solliciteren. Mijn broer Jaap had het geluk aangenomen te worden als leerling steenhouwer. Op een advertentie voor een leerling timmer- man bij een jaloeziemaker van Heineken, Jacob van Campenstraat, meldde ik mij met nog ca. 60 andere jongens aan. Ik was vrij vroeg gegaan en stond voor- aan in de rij. Op een gegeven moment kwam er een man naar buiten en pikte er een stuk of tien jongens uit waaronder ik. Wij stonden daar hoopvol met z'n tie- nen en de man zei: “Jullie kunnen wel gaan, jullie zijn te klein voor dat werk.”
Verschillende banen
Toevallig stond er een week daarop weer een advertentie in de krant voor een leerling timmerman voor een jaloezie maker. Dit keer telefonisch aanmelden. Ondanks mijn ervaring met Heineken belde ik op en werd uitgenodigd voor een gesprek. De man heette Schepers en had zijn bedrijfje in de Jan Steenstraat. Hij had een paar volwassen knechts aan de gang. Ik ging op de afgesproken tijd naar hem toe, met lood in de schoenen. Mijn diploma en rapport had ik meege- nomen. De man las aandachtig mijn rapport door en was getroffen door de 9 die ik had voor meetkunde wat een favoriet vak voor mij was. Op die 9 werd ik aan- genomen! Het gaf mij veel voldoening. Na een half jaar toen het winter werd was ik niet meer nodig, maar ik vond snel weer werk. Eerst in onderhoud van huizen, toen in de nieuwbouw, waar ik goed verdiende met tariefwerk, vloeren maken en tengelen.
Zo kwam ik te werken als assistent bouwkundig opzichter aan het Olympisch Stadion dat toen uitgebreid werd. Een grote verbouwing. Na een maand heb ik toen de uitvoerder gevraagd of hij niet nog een mannetje kon gebruiken. Het was een aardige kerel en hij vroeg mij wie ik op het oog had. Ik vertelde hem dat mijn vader op dat moment zonder werk was en dat dat ook een uitstekend vakman was. Hij moest erom lachen en mijn vader moest maar eens komen. En verdomd, hij werd aangenomen! Grote blijdschap thuis.
17
