Page 176 - In de ban van bloedstolling

Behandeling en onderzoek in het AZU
In 1949 richtte Friedrich Jordan aan het Academisch Zieken- huis Utrecht (AZU) de eerste trombosedienst ter wereld op. Door de afname van bloed bij de patiënt thuis te combine- ren met nauwgezette bepalingen in het lab van het AZU stond Jordan aan de basis van deze revolutie in de behandeling van trombose. Net als Loeliger in Leiden en later Ten Cate in Am- sterdam bleef Jordan zeer betrokken bij het zoeken naar een juiste afstelling van antistolling. Hij wees voortdurend op de beperkte betrouwbaarheid van stollingstijdmetingen en drong er daarom op aan de bepalingen altijd in hetzelfde laboratori- um te verrichten. Ook startte Jordan al klinisch onderzoek naar de effecten van behandeling met VKA’s bij verschillende trom- botische aandoeningen. Onder Jordan bleef het laboratorium voor hemostaseonderzoek en –diagnostiek verbonden aan de afdeling hematologie. Hierdoor zou de Utrechtse stollingsvak- groep altijd nauw verbonden blijven aan de kliniek.
Met Mulder, Donders en Pekelharing kende Utrecht al sinds de 19e eeuw een roemrijke traditie in wetenschappelijke bena- dering van de geneeskunde. Vanaf de jaren twintig was Albert Heijmans van den Bergh, grondlegger van de Nederlandse In- terne Geneeskunde, in Utrecht een groot pleitbezorger van wetenschappelijk onderzoek. Toen de scheikundige Laurens van Deenen in 1961 tot hoogleraar Biochemie werd benoemd had Utrecht weer een grootheid in huis. Dankzij internatio- naal gerenommeerd onderzoek naar de rol van fosfolipiden als bouwstenen van membranen behoort Van Deenen tot één van de meest geciteerde Nederlandse wetenschappers. Door
152