Page 15 - Zelfportret
P. 15
Elandsgracht
Ik weet niet echt meer hoe het is geweest maar toen ik weer die smalle trap ben
opgeklommen kwam mij mijn oude opa voor de geest
die zei: hier moeten we naar boven jongen.
En toen ik op die zolder ben gekomen
en uitzag over die oneindig mooie stad
met grijze daken, grijze wolken, grijze bomen wist ik dat ik het nooit vergeten had.
Hij staat weer achter mij, een ambachtsman
en legt zijn hand vertrouwelijk op mijn schouder een vriend als weinig anderen maar zo oud
die mij zo zonder woorden duid’lijk maken kan dat ’t leven goed zal zijn voor een stamhouder
als die -als hij- een vak beheerst waarvan hij houdt.
15