Page 50 - I am + | Editie 3
P. 50

Bloed onderzoek
    PLASMA
  WITTE BLOEDCELLEN (LEUKOCYTEN)
Er zijn verschillende soorten witte bloedcellen en elke soort vecht tegen een andere ziekteverwekker: de belangrijkste groepen zijn: lymfocyten (waaronder de CD4-cellen) vechten tegen virussen, neutrofielen tegen bacteriƫn en eosinofielen tegen parasieten.
RODE BLOEDCELLEN (HEMOGLOBINE OF Hb)
Je lichaam heeft voldoende zuurstof nodig om goed te functioneren. Rode bloedcellen zorgen voor de opname van zuurstof. Als je te weinig rode bloedcellen hebt, dan heb je bloedarmoede. Je voelt je dan snel moe. Als iemand bloedarmoede heeft, wordt onderzocht hoe dat komt: Is de aanmaak van rode bloedcellen niet goed? Worden er rode bloedcellen afgebroken? Of is er verlies van rode bloedcellen, bijvoorbeeld in de darmen? Om die vragen te beantwoorden, worden dingen gemeten als MCH. Vaak worden deze dingen bij bloedonderzoek automatisch gemeten als de rode bloedcellen worden bepaald, dus ook als iemand geen bloedarmoede heeft.
BLOEDPLAATJES
(TROMBOCYTEN)
Dit zijn de kleinste cellen in het bloed. Ze spelen een belangrijke rol bij het voorkomen van bloed- verlies door het bloed te laten stollen.
          50

























































































   48   49   50   51   52