Page 18 - Over-Leven_Neat
P. 18

Familie


               Als je geboren wordt, krijg je familie. Familie krijg je in de vorm van een gezin, broers,
               zussen, ooms, tantes, neven, nichten, opa’s en oma’s.
               Als je uit een goede familie komt, zonder afgunst en nijd, dan ben je gezegend. Dan
               kun je goede banden hebben met je familie, dat geeft een fijn gevoel en kan een
               mooie aanvulling zijn in je leven.


               Familie kan ook complex zijn. Als je uit een familie komt waar onderling veel
               conflicten zijn, dan is het niet fijn om daarmee te leven. Vaak ontstaan conflicten
               binnen families door jaloezie en status.
               Of doordat de familie bepaalde waarden en normen heeft waar iedereen zich aan
               moet houden.
               Leef je daar niet naar, dan hoor je er niet meer bij.


               Je kunt ook het zwarte schaap van de familie zijn, omdat er een zondebok nodig is.
               Bij een dominante vader of moeder kunnen andere familieleden bang zijn om een
               eigen mening te vormen. Ze durven dan alleen maar “ja, en amen” te zeggen.
               Ik ben nauw betrokken geweest bij een familie waar de vader heel dominant was.
               De moeder kon daar niet tegenop; ze werd door haar man geestelijk en lichamelijk
               mishandeld, net als de kinderen.
               De rest van de familie wist dat dit gebeurde, maar ze ondernamen niets, omdat ze
               bang waren, bang om de familie tegen zich te krijgen.

               Gelukkig bestaan er tegenwoordig meldpunten, zoals het Meldpunt ik vermoed
               huiselijkgeweld.nl en veiligthuis.nl.
               Mensen die getuige zijn van dit soort situaties geef ik als advies: maak melding.
               Steek je kop niet in het zand, want je kunt er levens mee redden.


               Wat ook vaak voorkomt, is dat een kind, zodra het volwassen wordt, zijn of haar
               familie ontgroeit omdat het een eigen leven heeft opgebouwd.
               Als je na lange tijd weer contact krijgt met je familie, hebben zij vaak nog een oud
               beeld van je, zoals je was als kind.
               De familie heeft dan de neiging om je in een hokje te plaatsen.
               Omdat ze denken je te kennen, behandelen ze je nog steeds zoals toen.
               Ze nemen niet de moeite om je opnieuw te leren kennen, zonder vooroordeel.


               Status is iets vervelends binnen families.
               Vaak speelt een groot ego een rol.
               Mensen met een groot ego zijn vaak gevoelsarm, ze zijn vooral met zichzelf bezig en
               houden geen rekening met anderen.
               Je kunt een oom hebben die bankdirecteur is, en een oom die metaalbewerker is.
               Dan zie je dat de bankdirecteur vaak meer status krijgt, omdat hij een hogere
               opleiding heeft genoten en meer geld verdient.
               Maar een mens is niet zijn beroep.
               Een metaalbewerker is niet minder waard dan een bankdirecteur.






               18  Chris Koa®
   13   14   15   16   17   18   19   20   21   22   23