Page 20 - Bronnen van de euritmie 2018.02.28.pdf
P. 20
Inhoud Boek I
12.4.1. De innerlijke ontwikkelingsweg van
SchorpioennaarWaterman .................... 406 12.4.2. De innerlijke ontwikkelingsweg van Stier naar Waterman . 407
12.5. De ritmische afwisseling van de twaalf kwaliteiten van het mense-
lijke zieleleven tussen het vinden van een bewuste verhouding tot
zichzelf en het vinden van een bewuste verhouding tot de wereld . . . . . 409
12.5.1. Samenvatting voorafgaande (12.1. t/m 12.4.) . . . . . . . . . . 409
12.5.2. Het ademen van de ziel tussen centrum en omgeving. . . . 12.5.2.1. Het samentrekken van de ziel in verstand en handeling . . . 411 12.5.2.2. Het zich uitbreiden van de ziel tijdens het proces van
morele activiteit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 412
12.5.3. De parallellen tussen de aard van de etherische vormkrachten waaruit de euritmische dierenriemgestes zijn opgebouwd en de pro- cessen van het zich samentrekken en weer uitbreiden van de ziel . . 412
12.5.3.1. De parallel tussen de aard van de etherische vormkrachten
– enkelvoudige straal en spiraal – waaruit
de euritmische dierenriemgestes zijn opgebouwd, en het proces van
het zich samentrekken van de ziel. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 413 12.5.3.2. De parallel tussen de stralende vormkrachten van de
euritmische dierenriemgestes die in tegengestelde richting werken
en de uitbreidende beweging van de ziel in zijn morele
uiteenzetting met de wereld . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 413
12.5.4. De adembeweging van de ziel in symmetrie en asymmetrie
van de euritmische dierenriemgestes . . . . . . . . . . . . . . . . . . 414
12.5.4.1. De adembeweging van de ziel in symmetrie en asymmetrie
van de euritmische dierenriemgestes op de weg: Leeuw➫Schorpioen➫Waterman ................... 415 12.5.4.2. De adembeweging van de ziel in symmetrie en asymmetrie
van de euritmische dierenriemgestes op de weg:
Leeuw➫Stier➫Waterman .................. 417 12.5.5. De beschreven processen en vormaspecten in beeld gebracht. 419
12.6. De gehele mens in de twaalfheid van zijn zielekrachten en enkele
van de daarmee verbonden tegenbeelden. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 422 12.7. Samenvattend overzicht van BoekI. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 426
42
410