Page 157 - BOEK SELG.indb

Boek 2 ■ In Wenen [1879 –1890] 1
De ontmoeting met Felix Koguzki en Karl Julius Schöer
Al gedurende de begintijd van zijn studie aan de Hogeschool, in het eer- ste jaar, ontmoette Rudolf Steiner twee persoonlijkheden die op vol- komen verschillende manieren van wezenlijke betekenis zouden worden
zowel voor zijn innerlijke als voor zijn uiterlijke biografie: de kruidenzoe- ker Felix Koguzki (1833-1909) en de germanist Karl Julius Schröer (1825-
1900). Allebei mensen van de 19e eeuw.
Felix Koguzki
Over het begin van zijn studie aan de Technische Hogeschool in Wenen, over de docenten waarbij hij colleges volgde, maar ook over zijn eigen si- tuatie en zijn ontmoeting met Felix Koguzki, schreef Rudolf Steiner in zijn autobiografie:
‘Ik beschouwde het in die tijd als mijn plicht om waarheid te zoeken met behulp van de filosofie. Wiskunde en natuurwetenschap waren mijn stu- dievakken. Ik was ervan overtuigd dat ik tot deze vakken geen verhou- ding zou vinden als ik de inhouden daarvan niet een zeker fundament in de filosofie zou kunnen geven.
Maar toch was het zo dat ik een geestelijke wereld als werkelijkheid waarnam. In alle beeldenrijkdom en duidelijkheid openbaarde zich aan mij van ieder mens zijn geestelijke individualiteit. Die had in de fysieke lichamelijkheid en in het handelen binnen de fysieke wereld alleen zijn openbaring. Zij verenigde zich met wat als fysieke kiem van de ouders kwam. De mens die gestorven was vervolgde ik verder op zijn weg in de geestelijke wereld.
Na de dood van een van mijn medeleerlingen schreef ik over dit deel van mijn zieleleven eens aan een van mijn vroegere leraren met wie ik ook na mijn middelbare schooltijd in vriendschappelijk contact stond. Hij ant- woordde mij buitengewoon aardig, maar repte met geen woord over wat ik hem over de gestorven medescholier geschreven had.
En zo verging het mij in die tijd overal met mijn waarnemingen van de geestelijke wereld. Daarover wilde men niets horen. Hoogstens werden er hier en daar allerlei spiritistische dingen te berde gebracht. Maar daar-
157