Page 164 - BOEK SELG.indb

Rudolf Steiner — Leven en Werk ǁ Band I
vermogen om “elke plant vanuit zijn wezen, vanuit zijn occulte achtergronden te verklaren”.10 “Het was betekenisvol wat er met hem besproken kon wor- den.” 11
Verder is het zondermeer duidelijk dat Felix Koguzki Rudolf Steiner ook vertelde over zijn leven en de innerlijke wegen die hij daarbij was gegaan. In overeenstemming met de ontwikkeling die Koguzki was gegaan schreef Steiner in zijn mysteriedrama’s over “Felix Balde”, dat Balde was “opgegroeid met een- zaamheid in zijn ziel”, “alleen met de natuur”. Maar in het middelpunt van hun gesprekken stond naar alle waarschijnlijkheid de natuur met haar krachten; de
“scheppende wezens” die Rudolf Steiner al als kind (eveneens in eenzaamheid) gezien en ervaren had en die hem sedertdien begeleidden:
‘Deze man sprak eigenlijk een taal die heel anders klonk dan de taal van de overige mensen. Als hij sprak over de bladeren van de bomen, als hij sprak over de bomen zelf, maar met name als hij sprak over de wonder- bare wezensgestalten van zijn geneeskruiden, dan merkte je hoe de ziel van deze man in verbinding stond met alles wat op dat moment de geest van de natuur in die streek was, maar ook met wat in de verdere omge- ving de geest van de natuur vormde.
Door zijn eigen innerlijke wezen was deze man op zijn manier een wijze. En uit dit innerlijke wezen sprak veel meer dan wat het innerlijke wezen van een mens gewoonlijk in zich bergt.’ 12
“Ik ben een werktuig slechts ...”
“Wij werden vrienden” schreef Rudolf Steiner in alle eenvoud over zijn ont- moeting met deze 46 jarige man, die hij “door een bijzondere samenloop van omstandigheden” ontmoette. Zeer waarschijnlijk tijdens het eerste jaar van zijn studie aan de Hogeschool.
10 Rudolf Steiner: ‘Autobiographischer Vortrag über die Kindheits- und Ju- gendjahre bis zur Weimarer Zeit. Berlin, 04.02.1913’. In: Zur Kindheit und Jugend Rudolf Steiners. Berichte und Dokumente. Beiträge zur Rudolf Stei- ner Gesamtausgabe [B 83/84], p. 17.
11 Ibidem.
12 Rudolf Steiner, 22.06.19. In: Geisteswissenschaftlicher Behandlung sozialer
und pädagogischen Fragen. [GA 192], p. 205. 164