Page 81 - BOEK SELG.indb
P. 81

Boek 1 ■ Kindertijd en adolescentiejaren [1861–1879]
‘Ik kon ook bij hem (zijn vader) geen werkelijke interesse opbrengen voor
wat mij als lesinhoud aangeboden werd.’ 44
Rudolf Steiner had met diverse vakken moeite. Met name met schoonschrij- ven en ontleden. Hij kon al vroeg lezen en had een verhouding tot het klin- kende element van de taal; voor de klank en zijn betekenis: “[...] voor wat men kan horen door de klank van de woorden heen [...]” 45. Maar niet tot de spellingsregels en alles wat daarmee samenhangt. Zoals hij later zei, ont- brak het hem ‘in zekere zin’ aan ‘‘[...] wat men zou kunnen noemen: een di- rect zich verbinden met het uitgesproken dorre, fysieke leven [...]’ 46.
Inderdaad had Rudolf Steiner – te beginnen met het krijsen in de vroege kindertijd – grote moeite om zich met zijn individualiteit in de engte van de lichamelijkheid, van de ruimte en de gebruiken van het materiële bestaan te begeven, zich te verenigen met de wereld van het gewordene en vastom- lijnde. Zoals elk kind in de eerste jaren van zijn leven op aarde, daalde hij af uit een andere wereld maar dan op een meer intensieve wijze. Met een deel van zijn wezen had hij die wereld niet verlaten. Het ‘inwonerrecht’, het thuis raken op aarde, moest hij zich moeizaam verwerven. In tegenstelling tot het leven in de oorsrongswereld van de geest, dat vanaf het begin deel uitmaakte van zijn bestaan op aarde.
Het waren niet de lessen, maar de beroepsmatige verrichtingen van zijn vader die de interesse van het kind hadden. In Pottschach was het stations- kantoor dan ook de plek waar hij het liefst was. Met de ganzenveer oefende Rudolf Steiner niet graag. Wel was hij geïnteresseerd in de fysieke gesteld- heid en technische eigenschappen ervan. In plaats van te oefenen in foutloos schrijven en schoonschrift, bestudeerde hij “de elasticiteit van het materi- aal waaruit de veer bestond”.47
Niet het gepraat van de mensen in zijn omgeving was wat zijn ziel bezig hield, maar de processen die zich in zijn omgeving afspeelden.
44 Ibid. p. 14. (cursivering PS). Ned. uitg., p. 24.
45 Rudolf Steiner: ‘Autobiographischer Vortrag über die Kindheits- und Ju-
gendjahre bis zur Weimarer Zeit. Berlin, 04.02.1913’. In: Zur Kindheit und Jugend Rudolf Steiners. Berichte und Dokumente. Beiträge zur Rudolf Steiner Gesamtausgabe [B 83/84], p. 10.
46 Ibid.p.9.
47 Rudolf Steiner: Mein Lebensgang. [GA 28]o, pp. 14/15. Ned. uitg., pp. 24 /25.
81


































































































   79   80   81   82   83