Page 91 - BOEK SELG.indb
P. 91

Boek 1 ■ Kindertijd en adolescentiejaren [1861–1879]
‘In Oostenrijk-Hongarije leefden [in het laatste derde deel van de 19e eeuw] ongeveer 10,6 miljoen Duitsers, 19,1 miljoen Slaven, 7,4 miljoen Magayaren [Hongaren], 2,8 miljoen Roemenen, 0,7 miljoen Italianen en 0,13 miljoen mensen van andere nationaliteiten. Onder de Slaven waren de Tsjechen en Slowaken, met 7,4 miljoen de sterkst vertegenwoordigde groep, terwijl na een zware strijd in de binnenlandse politiek, alleen aan de Tsjechen concessies werden gedaan [...].
De poging om het oude kroonland Böhmen dezelfde uitzonderingsposi- tie te geven ketste af op de bezwaren van de Magayaren, die elke streven in de richting van een federatie afhielden. De minderheden die in de Hon- gaarse helft van het Rijk werden onderdrukt, vestigden aanvankelijk al hun hoop op Wenen. Maar toen de hulp waarop men had gehoopt uit- bleef, begonnen zij zich te oriënteren aan de nationale staten die nieuw ontstaan waren en zich van de Turkse heerschappij hadden bevrijd.’ 64
Van de gebeurtenissen die ten grondslag lagen aan de nieuwe naam “Oos- tenrijk-Hongarije”, van het mislukte federalisme en het door de troonver- deling gecreëerde dualisme, wist Rudolf Steiner weinig of niets op het mo- ment dat hij met zijn ouders en zijn broertje en zusje naar Neudörfl verhuisde. Een klein langgerekt grensdorp dat in 1641 door de landheer Ladislaus Es- terhäzy als “Sankt Nikolas an der Leitha” gesticht was gedurende de strijd met de inwoners van het nabij gelegen plaatsje Wiener Neustadt.
Opnieuw aan het spoor
Johann Steiner betrok met zijn gezin opnieuw een stationsgebouw. Het was gesitueerd aan de afgelegen oostelijke rand van het dorp waar de “klein be- huisden” woonden; buiten de eigenlijke dorpskern, vlakbij de kerk en het kerkhof.
‘Het station van Neudörfl ligt op maar enkele passen afstand van de kerk. Er tussenin ligt de begraafplaats.’ 65
Over de geïsoleerde positie van de familie binnen de nieuwe woonsituatie als gevolg van de doofstomheid van Rudolf Steiners broer Gustav, en over
64 Ibid. p. 91.
65 Rudolf Steiner: Mein Lebensgang. [GA 28]o, p. 23. Ned. uitg., p. 31.
91


































































































   89   90   91   92   93