Page 98 - BOEK SELG.indb
P. 98

Heinrich Gangl
Dialectisch gezien waren de “moeilijkheden” die Rudolf Steiner op deze wijze ondervond grada- ties van vrijheid die ruimte voor ontwikkeling openhielden. De ondersteuning die hij in het dorp van zijn bijlesleraar Heinrich Gangl kreeg was voor hem van groot belang en van verstrek- kende betekenis voor zijn verdere leven.
Gangl, die ook als notaris werkte en in die func- tie “bedelbrieven” voor andere mensen in het dorp schreef, ontfermde zich met toewijding over hem. Hij zag de schoolse gebreken, maar ook de verbazingwekkende talenten van het kind dat in Pottschach nauwelijks onderwijs had ge- noten. Gangl was volgens Steiner een “heel voor- treffelijk mens” en een kunstzinnige persoonlijk-
Rudolf Steiner — Leven en Werk ǁ Band I
heid. Hij speelde zowel piano als viool en opende daarmee gebieden die voor Rudolf Steiner in zijn ouderlijk huis niet aanwezig waren. Muziekles- sen kon hij niet nemen – daarvoor ontbrak het de familie aan de nodige
“Kreuzer”. Maar als de andere kinderen van Gangl les kregen, mocht hij er als toehoorder bij zitten; “aan de pianolessen die in de kamer van mijn le- raar gegeven werden, nam ik luisterend deel”. 79 Ook mocht hij bij zijn le- raar kosteloos tekenen. [“Ik was zo vaak als dat maar kon bij hem.” 80]
Invoelend vermogen
Zijn houtskooltekening van de liberale Hongaarse staaatshervormer Graaf István Széchenyi (1791-1860) is bewaard gebleven. Széchenyi, had de laat- ste elf jaar van zijn leven in een zenuwinrichting in de buurt van Wenen doorgebracht en zich tenslotte aan de greep van de overheid onttrokken door zelfmoord te plegen.
De tekening werd door Rudolf Steiner aan de hand van een voorbeeld ge- maakt toen hij ongeveer tien jaar was. Het “invoelend vermogen met be-
79 Rudolf Steiner: ‘Undatierte autobiographische Aufzeichnung’. In: Die Recht- fertigung der geistigen Wirklichkeit vor dem modernen Bewusstsein. Zum Gedenken des 50. Todestages von Rudolf Steiner. Beiträge zur Rudolf Steiner Gesamtausgabe [B 49/50], p. 8.
80 Rudolf Steiner: Mein Lebensgang. [GA 28]o, pp. 23 e.v. Ned. uitg., p. 30. 98


































































































   96   97   98   99   100