Page 17 - 2022-1
P. 17

In het Rijkmuseum voor Oudheden in Leiden bevinden
                                                    zich deze  vuurstenen bijlen met een afmeting van 8,9 cm
                                                    bij 4,1cm.
                                                    Zij zijn gekocht uit een collectie van dhr. C. Franssen te Ben-
                                                    nekom.  Deze  ontving  de  stukken  door  een  legaat  van  ene
                                                    Van de Burgt. Deze informatie verkreeg het museum van de
                                                    conservator Luc Amkreutz. Meer informatie is er niet over
                                                    de stukken. Dus niets bekend over de vinder, maar wel dat
                                                    de stukken in Boijl gevonden zijn. Bij deze vondst behoren
                                                    ook nog 1 zakje spitsen, 1 zakje krabbers, 1 zak kernen en 1
                                                    zak  afval  uit  het mesolithicum  (middensteentijd)  -  neolithi-
                                                    cum  (nieuwe  steentijd)  Deze  periode  ligt  globaal  tussen
                                                    8800 en 2000 voor Christus.
                Jagen, vissen en verzamelen waren in die tijd de middelen van                   bestaan van de mensen.
                Nederzettingen waren zeldzaam en meestal van tijdelijke aard.

                Uit overlevering is ons bekend dat wijlen Lammert Westerveen, die destijds achter in het weiland in
                een boerderij woonde (gelegen tussen de huidige woningen Boijlerweg 39 en Boijlerweg 43) twee
                keer een vuistbijl vond. Het waren een vuursteenbijl en een keisteen bijl. Een zoon van Westerveen
                nam de laatste mee naar de toenmalige landbouwschool in Oldeberkoop waar hij leerling was en
                gaf hem aan meester Bosje. Dit zal zo ongeveer eind jaren ’40 gespeeld hebben.

               De meest wonderbaarlijke en bijzondere vondst dateert van, geschiedkundig gezien, nog jonge da-
               tum, namelijk 1 januari 1960. Op 31 december 1959 verspreidden jonge mannen uit Boijl een bulletin
               waarin zij melding maakten van een “geheimzinnig gat” in het dorp.  Later die avond, in het prille
               begin van 1960 bleek het “gat” zich te bevinden naast de sportkantine. Uit veiligheidsoverweging was
               het afgezet door een groep “militairen” temeer ook daar er met enige regelmaat vuur uit het gat
               opsteeg en ook werden rommelende geluiden gehoord. Het nieuws was kennelijk al snel uitgelekt,
               want ook de “pers” en een “cameraploeg van de NTS”, ja zelfs de “Minister van Defensie” was van de
               partij. Er kwamen uit het gat diverse geschenken voor de plaatselijke vereniging naar boven en zo-
               waar een proclamatie van Manus de Maanman die aankondigde dat alle 65-plussers uit Boijl, het
               waren er 109, die dag een heerlijke worst zouden ontvangen. U begrijpt het natuurlijk al. Het was een
               stunt van de Oudejaarsploeg Boijl en het idee ontstond naar aanleiding van de eerder dat jaar plotse-
               ling ontstane gaten in de veengronden bij het Noord-Hollandse Wormer.
                “Dorpsarchief Boijl”                                                                                                                    december 2021
                Jan Veldhuizen

















                                                           15
   12   13   14   15   16   17   18   19   20   21   22