Page 9 - Peerdeman
P. 9

 De ligging van de dorpen
De plek waar de bebouwing verrees was de enige waar in het gebied gebouwd kon worden. De ondergrond van die strook bestaat uit een zandrug. Aan beide kanten daarvan lag moerasgebied. Dat is pas toegankelijk geworden toen de bewoners in de 15e eeuw geleidelijk aan met ontginning en ontwatering begonnen.
Op deze kaart zijn de zandgronden aangegeven in het geel. Op die plaatsen vind je de dorpen terug.
Het omliggende gebied is kleigrond.
Het woord 'broek' betekent moeras. De naam Grootebroek verwijst dus naar een groot, de naam Lutjebroek naar een klein moeras. De naam Bovenkarspel verwijst naar de kerk: een 'kerspel' is een kerkdorp, een parochie.
 





























































































   7   8   9   10   11