Page 73 - HAND IN HAND 06
P. 73

                    Je hebt zowel Van Hanegem als Jansen als trainer gehad; wat maakte die twee trainers zo bijzonder?
“Van Hanegem kom ik af en toe nog wel eens tegen op de golfbaan en dan praten we altijd even en die man wist zo veel van voetbal. Zijn verhalen, zijn manier van vertellen en zijn motivatie zijn dingen, die waren uniek. Wim Jansen was vooral als mens heel warm. We kwamen elkaar regelmatig tegen in Rotterdam en dan gingen we altijd een kopje koffie drinken, zoals wij dat nu ook doen en dan zaten we uren over voetbal te praten. Ook op het veld was het natuurlijk een heel goede trainer.”
Wat maakt hem dan zo’n
goede trainer?
“Alles, het totaalplaatje. Het verstand van voetbal, het trainen, het mens zijn, zowel bij het voetbal als daarbuiten. Dat is natuurlijk ook belangrijk en uniek. Hij zit in de categorie met onder anderen Cruijff en daarin
word je niet zomaar genoemd, dan moet je echt wat kunnen. Maar zijn manier van denken over voetbal en dat overbrengen op het elftal, op het team, dat was gewoon heerlijk om mee te werken.”
In 1993 werd je kampioen
van Nederland. Wat voor een team was dat destijds?
“Een eenheid. Het was een team, iedereen had alles voor elkaar
over en dat heeft geresulteerd in
het kampioenschap. Je had een compleet elftal en bij eigenlijk de laatste paar wedstrijden kwam het kampioenschap pas echt in zicht. Bij MVV-uit was de ommekeer. Dan speel je de laatste wedstrijd van het seizoen in Groningen, waar zo’n driekwart van het stadion Feyenoord-supporters is. Dat is uniek en dat is altijd zo geweest en dat zal altijd zo blijven.”
Merkte je toen in Groningen dat
in De Kuip mensen massaal naar grote schermen mee zaten te
kijken naar jullie wedstrijd?
“Nee, we hoorden het wel, maar je maakte het niet mee. Later heb je wel beelden gezien maar op dat moment ben je zo met die wedstrijd bezig en heb je geen tijd om daaraan te denken.”
Je wordt kampioen; hoe zagen
de dagen daarna eruit?
“We hadden eerst het feest met de schaal in Groningen, daarna in het stadhuis. Ik heb het altijd jammer gevonden dat we terugvlogen
vanuit Groningen. Als ik dan later kampioenschappen van teams zie
en ik zie op viaducten overal mensen staan, dan is dat een gemis, maar we kwamen aan op Zestienhoven en daar stonden ook duizenden mensen; het heeft allebei iets. We gingen dezelfde avond naar het stadhuis met de schaal op het bordes. Dat zijn unieke momenten, daar doe je het voor.”
Je hebt ook een bijzondere
band met het Feyenoord-Legioen.
Ik heb namelijk het idee dat jij
altijd een publiekslieveling
geweest bent. Hoe zit dat?
“Ik deed altijd mijn best en dat deed ik zo goed mogelijk en dat heb ik vanaf het moment dat ik binnenkwam tot aan het moment dat ik wegging, altijd gedaan. Dat hebben de supporters altijd gewaardeerd en dan praat je over wederzijds respect.”
Ga je nog vaak naar Feyenoord?
“Te weinig, dat komt ook doordat ik in de weekenden vaak met de kartsport van mijn zoon bezig ben. Mijn zoons hebben wel allebei een seizoenkaart dus die gaan zoveel mogelijk, maar als een van de kinderen niet kan, dan ga ik mee. Dan zit ik rustig op vak VV te genieten.”
We zien je niet vaak in de media,
is dat een bewuste keuze?
“Ja, van mij hoeft het allemaal niet.
Ik doe wel dingen waar ik mij lekker en goed bij voel, maar voor de rest hoeft het niet. Dat had ik ook al
toen ik speelde. Soms moest het, maar ik deed het liever niet. Ik wilde gewoon op het veld staan, trainen en wedstrijden spelen en al die dingen daaromheen, het hoort erbij, maar het liefst meed ik ze.”
JANUARI 2024
73
































































   71   72   73   74   75