Page 21 - Gers! Magazine 28
P. 21
21
over de vraag of je een park wilt opofferen voor een gebouw. En het ging over de vraag of een depot hier hoort te staan, zo midden in de stad.
Bloedmooi
Als de knoop doorgehakt wordt, ondanks de negatieve geluiden die nog lang nadreunen als de eerste palen al lang en breed de grond in zijn geslagen, creëert MVRDV – dat de ontwerpcompetitie wint – een pand dat nog nooit gebouwd is. Maas: “Hoe groot moeten de veiligheidszones zijn, wat doe je met laden en lossen in een gebouw dat voor publiek geopend is, hoe toon je de kunstwerken in hun dommel in depot zonder ze in gevaar te brengen? Allemaal vragen waar niemand antwoord op had, want die vragen waren nog nooit gesteld.”
De enorme voorraadschuur die het depot feitelijk is, lijkt qua opzet wel enigszins op het schema van een traditionele koepelgevangenis. Maas: “Er is een omloop waarlangs de kamers voor de kunst liggen. In de basis is dat identiek, al heeft elke verdieping ook een toonkamer, een galerie, waar je sowieso naar binnen mag en ook in het atrium vind je vitrines waarin kunst tentoongesteld is. Alsof al die opslagkamers het publiek heel even tegemoet treden. Daarnaast heb je steeds die kamers waar je onder begeleiding zelf die rekken met schilderijen ziet en de stellingen waarop de voorwerpen liggen. Het is het gevoel van de aloude uitleen, maar dan op een gigantische schaal. Dat is bloedmooi.”
‘Er is een nieuwe relatie ontstaan tussen de verschillende onderdelen van het park en zo krijgt het gebied als geheel een nieuwe sfeer’
Tien keer Ahoy
“Het depot is een opstapeling van alles wat we nodig hebben om goed met onze kunst om te gaan”, legt directeur Klaassen uit. “Je ziet vooral de collectie zoals ze bewaard wordt.” Ze glimlacht: “Als we alles zouden exposeren zoals we in het museum doen, dan hebben we een ruimte ter grootte van tien keer Ahoy nodig om alles te laten zien. Dat is natuurlijk onmogelijk, alleen al omdat er geen mens is die zo lang geconcentreerd zou kúnnen kijken. Maar hier ligt alles dicht bij elkaar, zo efficiënt mogelijk geconserveerd, de verpakkingen zijn vaak adembenemend, het is openbaar toegankelijk, alles is opvraagbaar, we hebben alle benodigdheden bij de hand, zoals ateliers waarin we kunnen restaureren. We laten zelfs zien hoe we onze kunst opslaan en hoe we ermee omgaan als het vervoerd wordt. Zo tonen we wat we doen, hoe je een collectie opbouwt en hoe je ermee omgaat. Het is een transparante machine voor wat ons tot museum maakt. Dat is uniek in de wereld en roept het verlangen op het allemaal te gaan zien.”
Verzoening
Het depot is inmiddels geland in het Museumpark. Een tour de force met een pand tot gevolg dat de kritiek grotendeels heeft doen verstommen. “Het gebouw moest verzoenen”, stelt Maas. “Onder meer met het park eromheen. Landschapsarchitect Yves Brunier heeft samen met architectenbureau OMA het gebied ontworpen als aaneenschakeling van tuinen, of kamers. Geniaal idee, want het geeft karakter en biedt flexibiliteit. Elke kamer kun je herinterpreteren en opnieuw vormgeven. En feitelijk is dat wat we gedaan hebben: een van die kamers – die niet erg goed functioneerde, want wie herinnert zich niet de grindbak vol hondendrollen? – is veranderd, maar de