Page 15 - OH15
P. 15
Boos, gefrustreerd, hij is het allemaal geweest, maar hij heeft die negatieve emoties laten varen. ''Vlak voor mijn geboortejaar, 1979, is door de politiek het Asbestbesluit aangenomen. Het gebruik van spuitasbest, het gevaarlijke blauw asbest, was voortaan verboden. In theorie had ik nooit in contact met asbest mogen komen. Klaarblijkelijk heeft het nog heel lang in de lucht gehangen, en is er
bij het verwijderen niet overal even zorgvuldig mee omgesprongen. Ik denk te weten waar ik het heb opgelopen, maar ik vertik het om het beschuldigende vingertje uit te steken. Daar schiet ik niets mee op. Gedane zaken nemen geen keer.”
Stress heeft hij sindsdien te vermijden. ''Kanker en stress, dat gaat niet samen. Ik was samen met mijn broertje
Sander de beoogde opvolger van mijn vader. Mijn aandeel in Van Donge & De Roo is nog altijd een derde, maar ik zal het bedrijf nooit kunnen overnemen. In de internationale logistiek is het namelijk nooit rustig, je praat over 700.000 containers per jaar waarvoor wij het transport van a tot z regelen. Dan belt die midden in de nacht, dan die. Er is altijd wel iets ergens in de wereld aan de hand. De beslissende factor is nu nog mijn vader, en straks mijn broertje. Ik opereer op de achtergrond. Het is helaas niet anders.”
‘Ik draag in de tijd die ik nog heb liever mijn steentje bij dan dat ik bij de pakken neerzit.’
Zijn rol bij Van Donge & De Roo is groter dan hij nu schetst. Hij is als transportmakelaar nog altijd een bruggenbouwer. Achter de schermen zorgt hij ervoor dat processen nóg vloeiender, nóg efficiënter verlopen. Innovatiever zijn
dan de concurrent, dat is de kunst. Zonder de menselijke maat uit het oog te verliezen. ''Ik vind dat wij onze klanten persoonlijk te woord moeten staan. Ik ben niet van de chatfuncties, dat je op een scherm naar een poppetje zit te staren dat alleen maar antwoord kan geven op algemene vragen. Als je hulp nodig hebt, ben je drie chatboxen en twee wachtdagen verder. Boekingsbevestigingen, dat soort zaken, dat hebben wij geautomatiseerd, zodat er tijd over- blijft om de telefoon op te pakken of onze klanten zelf te bellen om het proces na te lopen. Getikt komt een bood- schap al gauw onduidelijk over. Of je een boekingsbevesti- ging met de hand verstuurt of automatisch, dat doet niets
af aan het persoonlijke contact. Al vind ik dat een hand- druk zou moeten volstaan. Dat werkt alleen niet meer zo. Vroeger was echt niet alles beter. Maar in sommige dingen slaan we door. Waarom zou je een klant niet meer voor een opdracht mogen bedanken met een lunch? Live kun je veel gemakkelijker met elkaar op de materie ingaan.”
De kanker heeft hem milder gemaakt, ‘ik ben nu meer grijs dan zwart-wit’. Maar opwinden doet hij zich nog steeds over zaken die niet kloppen. ''Ons hoofdkantoor is geves- tigd in Rhoon, we hebben een tweede vestiging met een douanekantoor, expeditieruimte en een depot in het last port of call: Antwerpen. Een vrachtwagen doet er vanuit Rotterdam langer over naar Sittard, dan vanuit Antwerpen. Efficiëntie is niet de enige reden dat we onze grenzen hebben verlegd. Je loopt in Nederland soms tegen regels aan die elders niet gelden. Bepaalde handelsstromen mogen niet via de Rotterdamse haven verlopen. Neem gekweekte zalm uit Noorwegen en Chili. Omdat die gevoed zou zijn met antibiotica steekt de Voedsel- en Warendienst er een stokje voor. We zijn graag het beste jongetje van de klas. Ondertussen ligt diezelfde zalm in de schappen van zowat elke Nederlandse supermarkt. Via Hamburg komt deze vis alsnog ons land binnen. Het is Nederland op z’n kromst.”
Achteroverleunen zit totaal niet in zijn karakter. ''Af en toe trap ik nog in die valkuil. Dat ik mezelf verlies in het werk. Ik heb gelukkig een vrouw die me dat doet laten realiseren, die waar nodig weleens op de rem trapt.”
Zijn begrafenis heeft hij geregeld, op een natuurplaats in Brabant, ‘want als je de statistieken erbij pakt, is mijn situatie vrij uitzichtloos’. Een havenleven afsluiten in de natuur, daarin schuilt een contrast. ''Mijn hart ligt zowel in Rijsbergen als in Rotterdam. Mijn kinderen wonen in Brabant, ze gaan daar naar school. Ik ben naar mijn kinderen toe heel open over mijn ziekte. De wetenschap dat papa niet heel oud zal worden, dat hakt erin. Om die reden willen wij ze niet weghalen uit hun vertrouwde omgeving. Dat zou nog meer onrust geven. Daar waar mijn kinderen zijn, daar wil ik begraven worden. Ik heb behalve een twee- ling een zoon van 21. Die leeft in de vrije natuur, hij is zelf- voorzienend. Een geitenwollensokkentype is hij beslist niet. Hij leeft vanuit een bepaalde visie. De tussenvorm waarvoor hij heeft gekozen, dat vind ik een heel mooie. Ik steek niet heel veel anders in elkaar. Op mijn manier sla ik dezelfde brug. Dat op elke nota van Van Donge & De Roo de hoeveelheid CO2-uitstoot van het transport staat vermeld, dat is iets wat uit mijn brein komt. Ik ga de confrontatie
niet uit de weg. Zelfs niet nu de dood nadert. Ik draag in de tijd die ik nog heb liever mijn steentje bij dan dat ik bij de pakken neerzit.”
ONZE HAVEN • 15