Page 4 - Het Wespennest 1983-2007 zoemen 2 _Neat
P. 4
Proloog
Na het drama van het faillissement Constructiewerkhuizen Nobels-
Peelman in juli 1983 had ik in de laatste maanden van 1983 terug werk in
Sint-Niklaas bij Esselte. Deze snelle tewerkstelling was wel een gevolg van
mijn schoolse opleidingen die ik gevolgd had van mechanica-elektronica-
meet en regeltechniek. Mede hierdoor en mijn innovatieve en inventieve
aard was ik een potentieel kandidaat. Het was ook de periode met het
begin van “De derde industriële revolutie”. Het eerste jaar tewerkgesteld in
de coiling afdeling bij de nieuwe werkgever was er een van stress en in een
omgeving van oorverdovend lawaai. Het overgrote deel van de
werknemers was vrouw dit in tegenstelling bij mijn vorige werkgever. Na
een jaar werd ik overgeplaatst naar het algemeen onderhoud in de functie
van elektromekanieker. Deze functie had ik bij mijn vorige werkgever ook
maar nu omvatte deze het ganse machinepark van de fabriek plus
verlichting en telecommunicatie. Het was aan een hels ritme een oplossing
te bieden van het ene probleem naar het andere. Het overgrote deel van
de depannages was echter in de spuitgiet afdeling waar het onderdeel
hydraulica en spuitgiettechniek voor mij volkomen nieuw was. De fabriek
draaide toen in een continu stelsel van 24/7 en er was een wachtsysteem
voor mij buiten de normale werkuren. Deze werksituatie was voor mij
psychisch en fysiek zeker wanneer ik het in vergelijk met andere
werknemers stelde op zijn minst moordend te noemen.
Na een drietal jaren had ik inmiddels ook nog talrijke initiatieven
genomen ter verbetering van het machinepark die innovatief en inventief
te noemen waren maar waarvan de vruchten door anderen geplukt
werden. Toen ik ook nog opmerkte dat ik mij zowat kapot werkte terwijl
anderen deden of ze op de kermis waren heb ik heel wat gas
teruggenomen. Echter het zit in uw bloed of niet kon ik niet weerstaan
nieuwigheden te bedenken en uit te voeren. Het werd zelf nog erger
wanneer ik iets nieuws en succesvol gemaakt had gaf men mij een
opdracht uit te voeren in de sterk vervuilde en stinkende kruipruimte of
iets anders dergelijks om mij te desillusioneren. Deze manier werd meer
regel dan uitzondering. Het was werken in een klimaat van afgunst en
jaloezie. En alsof dit nog niet genoeg was had ik ook nog af te rekenen met
de negatieve invloed van een bedrijfspsychopaat die zich in het midden
van het onderhoudspersoneel bevond. Incompetentie werd vaak beloond
en deze kwamen vooruit.