Page 12 - Brugsken 1957_Neat
P. 12

Deze coiffeusezaak maakte vroeger deel uit van het
                          straatbeeld voordat het appartementsgebouw met
                          beneden de slagerij er stond. Op zaterdagavond ging

                          mijn moeder daarheen om haar haartooi te laten
                          opmaken. Dikwijls moest ik haar dan vergezellen omdat
                          ik niet alleen thuis kon blijven. En op zekere

                          zaterdagavond toen mijn moeder onder de haardroger
                          zat en de coiffeuse ook op een stoel had plaatsgenomen
                          want op dat tijdstip was het niet druk werd ik plots
                          onderwerp van het gesprek tussen hun beiden dat ging

                          over wat ik later zou worden. Tijdens het uitwisselen van
                          hun woorden zei de coiffeuse “ik zie er een pastoortje in”
                          dit ben ik altijd blijven onthouden zeker omdat ik dat

                          nooit zou gewild hebben dat te worden. Ik was toen zes
                          of zeven jaar.
   7   8   9   10   11   12   13   14   15   16   17