Page 65 - Comtoise klok 2017_Neat
P. 65
Wat ik mij wel afvraag?
de
de
De Comtoise klok vond haar ontstaan in de 16 eeuw en werd gemaakt tot eind de 19
de
eeuw. Stel pakweg eind de 17 eeuw wordt er ergens midden Frankrijk op een boerenerf
dat wat afgelegen was van de dorpskernen overgegaan tot de aankoop en plaatsing van
een Comtoise klok in het woonvertrek van het erf. De voor die tijd genaamde
klokkenbouwer installateur wat voor hem een terechte minimum benaming was voor zijn
vakbekwaamheid om reden van de algemene wetenschappelijke kennis die men toen voor
dit beroep moest bezitten. Want wanneer hij de klok op zijn plaats had bevestigd inclusief
het afstandsbedieningskoordje van het woon naar het slaapvertrek om de uur bel slag
vanuit deze laatste nog eens opnieuw te kunnen beluisteren en te tellen zodat men zeker
wist hoe laat het was als men de eerste keer één of meer slagen kwijt was. Na dat dit alles
tot een goed eind was gebracht moest de klok nog wel op het juiste uur gezet worden. En
nu komt het “wat ik mij wel afvraag”. Op welke referentie berustend werd de klok op het
juiste uur gezet. Want hierover wordt in tal van beschrijvingen weinig over verteld.
Wanneer de dichts bijgelegen dorpskern waar een kerk stond met de gebruikelijke
klokkentoren zich bijvoorbeeld op vijf kilometer afstand bevond van het boerenerf. Zou het
dan mogelijk zijn dat deze klokken zover te horen waren? Zo ja dan had dit een referentie
kunnen betekenen om de klok op het boerenerf op het juiste uur te zetten. Een andere
mogelijkheid was dat er zich in de klokkenmaker zijn gereedschapskar of wagen een
zonnewijzer bevond. Doch dan moest de zonnewijzer aan bepaalde voorwaarden voldoen.
De spil of stok moest met de basis de juiste hoek vormen die overeen stemde met de
breedtegraad voor midden Frankrijk (+/- 45°). De top van de spil moest naar het noorden
wijzen dus het gebruik van een Kompas was onontbeerlijk. En alsook was zonneschijn een
vereiste. Aan de hand van de schaduw die de spil in combinatie met de zonneschijn op de
wijzerplaat van de zonnewijzer projecteerde kon de gangbare tijd worden afgelezen. Deze
tijd was een goede referentie voor het instellen van de klok in het woonvertrek van het
boerenerf. Heel nauwkeurig was dit allemaal niet maar dat was eigenlijk ook niet zo nodig.
Het kwam er eigenlijk maar op aan in die eeuw dat men met een grove benadering een 24
uur dagelijkse tijdsaanduiding had die betrouwbaar was ook al was het verschil met de
zonnewijzertijd bijvoorbeeld 30 minuten. De 24 uur nauwkeurigheid van de klok is
afhankelijk van de lengte van de slinger die de klokkenmaker bij hem thuis op voorhand wel
zal afgesteld hebben. Een afwijking van 5 minuten voor of achter per 24 uur is best mogelijk
dus na bijvoorbeeld een week moet de klok terug met een referentie gelijk gezet worden.
Dus als men wat afgelegen woonde was bijvoorbeeld een zonnewijzer in combinatie met de
klok een vereiste. Een groot voordeel van de klok was dat men de tijd ook kon aflezen als
het buiten mistig, regenachtig of donker was en ook de bel slag die het uur aankondigde op
ruime afstand van de klok.
De Cauwer William 2017